Onze naam is meer dan een etiket; hij stuurt ongemerkt mee hoe betrouwbaar anderen ons vinden. Psychologen spreken van een “name‑pronunciation effect”: mensen met een makkelijk uit te spreken naam worden gemiddeld positiever beoordeeld dan mensen met een lastige naam. In een reeks experimenten bleek dat eenvoudige
namen niet alleen sympathieker overkomen, maar zelfs “waarachtiger”: uitspraken toegeschreven aan makkelijk uit te spreken namen werden vaker als waar beoordeeld dan identieke uitspraken met moeilijke namen erboven. Eén studie concludeert: “across all experiments, easily pronounced names trumped difficult names” als het gaat om geloofwaardigheid.
(The name-pronunciation effect: Why people like Mr. Smith more than Mr. Colquhoun.)Dat effect past in een breder principe: hoe vloeiender informatie verwerkt wordt, hoe prettiger en betrouwbaarder die voelt. Als een naam soepel van de tong rolt, ervaren we die als bekender en veiliger, en dat gevoel kleuren we onbewust bij de persoon in. Online merken onderzoekers inmiddels dat verkopers of influencers met makkelijk uit te spreken namen als betrouwbaarder worden gezien, zelfs als de rest van hun profiel identiek is. Het is dus geen aanstellerij om over je naam na te denken in een wereld van LinkedIn-profielen, datingapps en webshops: je eerste indruk begint al voordat je één woord hebt gezegd.
In Nederland speelt de naam van mensen met een migratieachtergrond aantoonbaar een rol bij hun kansen op werk en wonen. Uit praktijktesten blijkt dat sollicitanten met een “Nederlandse” achternaam aanzienlijk meer kans hebben om geselecteerd te worden dan kandidaten met een buitenlands klinkende naam; een recente analyse becijfert dat verschil op ongeveer 60 procent meer kans om door een selectieprocedure heen te komen. Mensen met een migratieachtergrond krijgen bovendien vaker helemaal geen reactie op hun sollicitatie, zelfs wanneer cv en ervaring gelijk zijn.
Die naam werkt ook tegen hen op de woningmarkt. Praktijktesten op de huurmarkt laten zien dat kandidaten met een Marokkaans
klinkende naam duidelijk minder vaak worden uitgenodigd dan identieke kandidaten met een Nederlands klinkende naam; in een landelijk onderzoek werd de “niet‑Nederlandse” naam in ongeveer een kwart van de gevallen benadeeld. Gemeentelijke onderzoeken, onder meer in Utrecht, bevestigen dat iemand als “Abdel El Amrani” minder vaak een bezichtiging krijgt aangeboden dan “Stef de Vries”, terwijl het profiel verder gelijk is
In landelijke onderzoeken naar ervaren
discriminatie geven mensen met een migratieachtergrond aan dat afwijzingen en andere vormen van ongelijke behandeling vaak expliciet gekoppeld zijn aan hun naam, herkomst of huidskleur, vooral in de sfeer van werk en wonen. Tegelijk is de term allochtoon zelf zo beladen geraakt dat hij in beleid is vervangen door “persoon met een migratieachtergrond”, juist omdat “allochtoon” in het alledaagse taalgebruik bijna synoniem werd met achterstand en “niet thuishoren”.