Het IJslands is een van de oudste en minst veranderde talen ter wereld. Maar volgens voormalig premier Katrín Jakobsdóttir zou het binnen één generatie kunnen verdwijnen en dat heeft alles te maken met de opmars van kunstmatige intelligentie en de dominantie van het Engels.
Jakobsdóttir, die vorig jaar na zeven jaar als premier aftrad om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap, zegt dat haar land “radicale veranderingen” doormaakt. “Steeds meer mensen lezen en spreken Engels en steeds minder lezen in het IJslands”, vertelt ze. “Jonge mensen worden aan alle kanten omringd door Engels, op sociale media, in films, in games. Dat verandert hoe ze denken en praten.”
Met slechts 350.000 sprekers is het IJslands kwetsbaar. “Een taal die verdwijnt, neemt ook een hele manier van denken en voelen met zich mee”, zegt Jakobsdóttir. “We dragen een enorme verantwoordelijkheid om dit te bewaren en eerlijk gezegd doen we daar nu te weinig aan.”
De gevaren van AI
Tijdens haar premierschap zette ze stappen om AI bruikbaarder te maken in het IJslands, onder meer via een samenwerking met het Amerikaanse bedrijf Anthropic, dat honderden IJslandse leraren toegang geeft tot AI-tools in hun eigen taal. Toch ziet ze grote risico’s.
“We zagen al vroeg de gevaren van AI”, zegt ze. “Als we onze boeken en teksten niet gebruiken om deze systemen te trainen, verdwijnt onze taal simpelweg uit de digitale wereld.”
Haar zorgen worden gedeeld door schrijver Ragnar Jónasson, met wie ze samen thrillers schrijft. Hun tweede boek, Fáskrúðsfjörður, speelt zich af in een klein vissersdorp in 1989 en staat inmiddels bovenaan de IJslandse bestsellerlijst. Maar Jónasson is somber over de toekomst: “We zijn misschien maar één generatie verwijderd van het verliezen van onze taal.”
Toch gelooft Jakobsdóttir dat verandering mogelijk is. Ze herinnert aan de periode dat IJsland onder Deens bestuur stond, toen het Deens de taal dreigde te verdringen, iets wat uiteindelijk werd voorkomen door een krachtige taalbeweging.
“Misschien hebben we opnieuw zo’n beweging nodig”, zegt ze. “We moeten weer gaan praten over waarom we onze taal wíllen behouden. De toekomst van een natie hangt af van hoe ze met haar taal omgaat, want taal bepaalt hoe we denken.”