Voelt elke dag alsof je achter de feiten aanrent, zonder een moment rust te vinden? Dan loop je mogelijk een groter risico om later dementie te ontwikkelen. Nieuw onderzoek, gepubliceerd in het toonaangevende medische tijdschrift The Lancet, laat zien dat een chronisch tekort aan tijd letterlijk schadelijk kan zijn voor je brein.
Volgens de onderzoekers heeft een constant gevoel van tijdsdruk invloed op allerlei processen in het lichaam, van slaap tot stressregulatie. Vooral mensen met een lagere sociaaleconomische positie blijken kwetsbaar. Zij werken vaker onregelmatige diensten, slapen minder en brengen veel tijd door achter beeldschermen. Het felle licht van telefoons, tablets en laptops verstoort het biologische dag-nachtritme, ook wel het circadiaanse ritme genoemd.
Daarnaast krijgen mensen met weinig financiële ruimte minder vaak de kans om te ontspannen. De onderzoekers spreken van een groeiende “tijdsongelijkheid”: sommige groepen beschikken simpelweg niet over de luxe om rustmomenten in te bouwen.
Wie meer vrije tijd heeft, kan makkelijker bewegen, gezond koken of afspreken met vrienden, allemaal activiteiten die het brein beschermen. Maar voor mantelzorgers, laagbetaalde werknemers en mensen in ploegendienst is dat vaak onhaalbaar.
“Het prioriteren van gezondheid is een privilege geworden”, schrijven de auteurs. “Voor groepen met structureel tijdsgebrek betekent dit dat ze ongewild in een hogere risicocategorie voor dementie terechtkomen.”
Het resultaat is een ongelijk speelveld: wie financieel en sociaal sterker staat, heeft niet alleen meer tijd om te ontspannen, maar ook om dementie te voorkomen.
Meer dan veertien bekende risicofactoren
Eerder identificeerde de Lancet Commissie veertien factoren die de kans op dementie vergroten, waaronder gehoorverlies, hoge bloeddruk, diabetes, depressie, obesitas, roken, luchtvervuiling en sociale isolatie. Door die risico’s aan te pakken, zou wereldwijd bijna de helft van alle dementiegevallen te voorkomen zijn.
Maar de nieuwe studie benadrukt dat daar iets fundamenteels aan voorafgaat: tijd.
Gezond leven kost planning en energie. Beweging, sociale contacten, een goed slaappatroon, het vraagt allemaal ruimte in een agenda die voor veel mensen al overloopt.
“Zelfzorg kost tijd”, concluderen de onderzoekers. “En juist dat ontbreekt bij de groepen die het meeste risico lopen.”
De bevindingen werpen een ander licht op moderne werk- en leefpatronen. Een samenleving waarin iedereen altijd “aan” staat, e-mails beantwoordt buiten werktijd en schermen tot vlak voor het slapengaan gebruikt, creëert volgens de onderzoekers een structurele hersenbelasting.
Tijdtekort is daarmee niet langer alleen een sociaal probleem, maar ook een neurologische risicofactor. Het voortdurende gevoel van haast verhoogt stresshormonen, ontregelt slaap en vermindert de capaciteit van het brein om zich te herstellen, allemaal factoren die cognitieve achteruitgang in de hand werken.
De boodschap van de onderzoekers is helder: rust is geen luxe, maar noodzaak.
Door momenten van ontspanning bewust in te plannen, of dat nu een wandeling, een middag zonder scherm of een goed gesprek is, kan het brein herstellen.
Maar zolang tijdsdruk ongelijk verdeeld blijft, is er volgens de auteurs ook een maatschappelijke taak: beleid dat mensen in kwetsbare posities meer tijd en ruimte voor herstel biedt, kan op lange termijn net zo belangrijk zijn als medische preventieprogramma’s.
Een gezond brein begint dus niet alleen met gezonde gewoonten, maar met de mogelijkheid om ze überhaupt te kunnen uitvoeren. Of, zoals de onderzoekers het samenvatten:
“Wie nooit de tijd heeft om te vertragen, versnelt onbewust het verouderingsproces van zijn eigen brein.”
Bron: Metro