In een kleine Oostenrijkse dorpskerk ligt een mummie van een dorpspastoor al eeuwenlang in een crypte, ogenschijnlijk perfect bewaard. Wetenschappers wisten tot nu toe niet hoe dat mogelijk was. Nu blijkt dat de pastoor op een heel aparte manier gebalsemd is. De techniek was tot nu toe compleet onbekend.
Na uitgebreid onderzoek weten we exact wie deze mysterieuze mummie was: Franz Xaver Sidler von Rosenegg. Hij was een dorpspastoor die in 1746 overleed. Maar het échte verhaal zit 'm in de manier waarop zijn lichaam werd geconserveerd.
De mensen die hem balseemden, waren behoorlijk creatief. Ze stopten zijn buikholte vol met houtsnippers van sparren en dennen, takjes en stof. Daarnaast gebruikten ze ook nog zinkchloride om alles goed droog te houden. Al deze spullen waren destijds gewoon in de buurt te vinden.
Bovenlichaam in uitstekende staat
Het resultaat mag er echter wel zijn, want het bovenlichaam van de pastoor is nog steeds in uitstekende staat. Alleen zijn hoofd en benen hebben wat meer te lijden gehad van de tand des tijds. De onderzoekers denken dat deze ongewone balsemmethode misschien wel vaker werd gebruikt, maar dat we er tot nu toe gewoon geen sporen van hebben gevonden.
Door allerlei moderne onderzoekstechnieken weten we nu ook meer over het leven van deze geestelijke. Hij was ergens tussen de 35 en 45 jaar toen hij overleed, at behoorlijk goed (veel graan en vlees, en misschien zelfs vis), en was duidelijk geen harde werker, precies wat je zou verwachten van een dorpspastoor. Wel blijkt dat hij graag een pijpje rookte en aan het eind van zijn leven tuberculose had.
Waarom is hij bewaard gebleven?
Een mysterie blijft waarom de dorpelingen zoveel moeite hebben gedaan om het lichaam te conserveren. De wetenschappers vermoeden dat ze van plan waren om hem naar zijn thuisklooster te vervoeren. Maar om de een of andere reden is dat nooit gebeurd, en zo bleef de pastoor achter in zijn dorpskerk, waar hij nu, bijna 300 jaar later, nog steeds perfect gebalsemd ligt.