Het is een Haagse klassieker die om de paar jaar weer uit de kast wordt getrokken: rekeningrijden. En deze kabinetsronde is het opnieuw raak. D66 en CDA noemen een kilometerheffing “noodzakelijk” en hopen dat het nieuwe kabinet eindelijk de knoop doorhakt. Maar wat betekent dat concreet voor automobilisten?
Rekeningrijden duikt al decennialang op, maar iedere poging om het in te voeren strandde tot nu toe. Toch liggen de kaarten dit keer anders. D66 en CDA namen het expliciet op in hun partijprogramma’s en presenteerden dinsdag een startdocument aan informateur Sybrand Buma waarin ze benadrukken dat ze voorstanders zijn van een moderne variant. Volgens beide partijen moet er wat gedaan worden aan de slinkende inkomsten uit brandstofaccijnzen. Vanwege elektrisch
rijden dreigt er een tekort van meer dan een miljard per jaar.
Niet elke kilometer is gelijk
Een kilometerheffing moet dat gat dichten. Elektrische rijders, die nu nauwelijks
belasting betalen, gaan dan ook bijdragen. Maar het maakt wel uit hoe veel, wanneer en waar je rijdt.
D66 en CDA willen nadrukkelijk niet dat iedereen straks hetzelfde bedrag per kilometer betaalt. De spitsrijder is vooral de klos. Wie bewust buiten de ochtend- en avondspits rijdt, betaalt minder. Het idee is dat flexibiliteit wordt beloond. Verschuiven mensen hun ritten, dan worden files korter. En minder files betekent minder CO₂ en stikstof.
Door “te betalen naar gebruik, plaats en tijd”, zo stellen de partijen, worden mensen niet alleen gestimuleerd om buiten de spits te reizen, maar ook om vaker ov, fiets of deelauto te pakken.
Van bezit naar gebruik
Nu betaal je motorrijtuigbelasting (MRB) puur omdat je een auto hebt. Het gewicht, de provincie en de brandstofsoort bepalen de rekening; niet hoeveel je daadwerkelijk rijdt. Daardoor betaalt een automobilist die 2.000 kilometer per jaar rijdt evenveel als iemand die 25.000 kilometer maakt.
Met de plannen van D66 en CDA zal dat gaan veranderen: wie meer rijdt, betaalt meer; vooral in de spits. Bezit wordt niet langer belast, gebruik wel. En daarmee staat het hoofdpijndossier van weleer weer volop in de spotlights.