Na maanden van relatieve rust op de Amerikaanse beurs is Wall Street keihard wakker geschud.
De nieuwe banencijfers over juli blijken niet alleen fors tegen te vallen, maar ook werden de cijfers voor voorgaande maanden stevig neerwaarts bijgesteld. In plaats van de verwachte 110.000 nieuwe banen, kwamen er slechts 73.000 bij. Mei en juni bleken zelfs nóg zwakker dan aanvankelijk gemeld. Direct steeg de angst voor een naderende
recessie:
het werkloosheidspercentage liep op tot 4,2% en het pessimisme greep om zich heen.
Komt de Trump-slump dan toch?Beleggers reageerden als door een wesp gestoken. De S&P 500 leverde ruim 1,6% in –
de grootste daling sinds mei – en de Nasdaq en Dow Jones kregen eveneens zware klappen. Ook wereldwijd zetten de beurzen een duikvlucht in, geholpen door scherpe koersdalingen op de dollar en dalende obligatierentes. De oorzaak: niet alleen de stagnatie op de arbeidsmarkt, maar ook de strengere importheffingen van president Trump. Die voerden het gemiddelde Amerikaanse importtarief op tot het hoogste niveau sinds de jaren dertig en zorgden voor extra onrust, omdat ze consumenten extra raken in hun portemonnee én het risico op verdere inflatie vergroten.
De financiële markten kijken nu vooral naar de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve. De verwachting dat er binnenkort een renteverlaging komt is in één dag bijna verdubbeld. Toch kent dat scenario ook weer risico’s, want een te ruime monetaire politiek met oplopende prijzen kan net zo goed het vertrouwen verder ondermijnen.
Tegelijkertijd groeit de zorg om de snel stijgende Amerikaanse
staatsschuld. Onder het huidige beleid blijft de nationale schuld oplopen, in een tempo dat zelfs door experts ‘zorgwekkend’ wordt genoemd. Steeds grotere begrotingstekorten worden met nieuw geleend geld gefinancierd, terwijl de rente op die schuld toeneemt. Dit beperkt de ruimte voor investeringen en dwingt de overheid tot hogere rentelasten. Economen waarschuwen dat met de teruggevallen groei en stijgende werkloosheid het moment dichterbij komt dat deze schuldenberg wél stevig gaat wegen op de economie. Investeerders worden nerveus – niet alleen door de banencijfers, maar ook door het feit dat Amerika nu in een negatieve spiraal kan trekken waarin hoge schulden, rentelasten en lagere groei elkaar versterken.
De centrale vraag is:
hoe lang blijft het vertrouwen in de Amerikaanse overheidsschuld overeind? Politieke druk om nieuwe uitgaven te blijven doen en belastingverlagingen geven weinig zicht op een serieuze aanpak van het tekort. Als beleggers het vertrouwen verliezen, kan dat de rente snel opstuwen en de economie verder afremmen. De zorgen op Wall Street zijn dus niet enkel gebaseerd op tijdelijke cijfers, maar raken aan de fundamenten van het Amerikaans economisch beleid.