We hebben vaak een scheef beeld over spaargeld: iedereen om je heen lijkt rijker, verstandiger of zuiniger dan jij. De cijfers van het CBS maken duidelijk hoe de vork in de steel zit. Hoeveel houdt een gemiddeld Nederlands huishouden nou écht achter de hand?
In dit overzicht gaat het niet om het gemiddelde, maar om de mediaan: het middelste getal in de reeks. De helft van de getallen is kleiner en de andere helft is groter. Veel eerlijker, want het gemiddelde wordt compleet scheefgetrokken door een paar mensen met extreem goed gevulde rekeningen. De mediane spaarder lijkt verdacht veel op de rest van ons.
Wat er écht op de Nederlandse spaarrekening staat
Tot 25 jaar – €3.400
Overlevingsmodus: tijdelijke banen, eerste auto’s, hoge huren. Sparen lukt soms, maar niet structureel en dat hoeft ook niet.
25-35 jaar – €9.800
Salaris stijgt, maar uitgaven ook. Eerste huis, eerste kind, eerste financiële chaos. Sparen gaat met horten en stoten.
35-45 jaar – €15.200
Eindelijk wat stabiliteit. Voor veel mensen het moment dat de buffer voor het eerst boven de €10.000 klimt.
45-55 jaar – €23.300
Betere banen, minder impulsaankopen. Financiële rust daalt neer.
55-65 jaar – €31.400
Het inkomen piekt, de grote uitgaven zijn gedaan. Dit zijn de echte spaarjaren.
65-75 jaar – €35.600
De grootste buffers vind je hier: het pensioen komt binnen, weinig verplichtingen, vaak een afgeloste hypotheek.
75-85 jaar – €34.800
Een logische kleine daling: minder inkomsten, soms interen.
85+ – €33.000
Verrassend stabiel tot het einde.