Veel mensen zweren erbij: minder brood, pasta en aardappelen
eten om af te vallen. Maar werkt het echt? Volgens voedingsdeskundige Bethan Crouse van de Loughborough University ligt het iets genuanceerder.
“Ik zou de atleten met wie ik werk nooit aanraden om volledig te stoppen met
koolhydraten”, zegt ze tegen The Guardian. “Maar het verminderen van de inname kan wel gunstig zijn voor gewichtsverlies, als we onze totale energie-inname weten te beperken.”
Simpele rekensom
Afvallen draait uiteindelijk om een simpele rekensom: minder calorieën binnenkrijgen dan je verbrandt. Dat kun je op verschillende manieren bereiken: door meer te bewegen, minder te eten of te kiezen voor voedingsmiddelen die minder calorieën bevatten. Minder koolhydraten eten kan daar een rol in spelen, zegt Crouse. Niet omdat koolhydraten op zichzelf “dikmakers” zijn, maar omdat andere voedingsstoffen – zoals vezels, eiwitten en vetten – vaak meer verzadigen. “Als we meer van onze calorieën besteden aan die voedingsmiddelen, blijven we langer vol zitten”, legt ze uit.
Vooral geraffineerde koolhydraten, zoals witbrood en snoep, kun je beter met een grote grote boog omheen lopen. Ze worden snel verteerd en geven daardoor minder langdurige energie. “Ze zijn handig als snack bij het sporten, maar minder geschikt als vaste bron van koolhydraten”, zegt Crouse. Kies liever voor volkorenproducten zoals zilvervliesrijst of volkorenbrood, die geven energie geleidelijk af.
Uitgebalanceerde maaltijden
“Je voelt je veel beter na een uitgebalanceerde maaltijd met voldoende eiwit, groenten en wat gezonde vetten”, zegt Crouse. “Dat is een veel betere investering van je ‘caloriegeld’.”
Crouse raadt aan om juist meer koolhydraten te eten op dagen dat je sport: “Dat verkleint de kans op blessures of ziekte en helpt het lichaam zich aan te passen aan training.” Op rustdagen kun je de inname gerust wat verlagen, zolang je maar zorgt voor voldoende eiwitten, fruit en groenten.