Steeds meer niet-rokers krijgen longkanker? Hoe komt dat? En kun je het overleven?

gezondheid
zondag, 27 juli 2025 om 17:57
Adenocarcinoma-of-the-lung-body2
Als je niet rookte was de kans op longkanker heel klein, was altijd de waarheid. Maar die klopt niet meer. De New York Times schrijft over het ongemak onder kankerexperts in de VS. Maar het speelt ook hier. de stijging van longkanker bij niet-rokers in Nederland is reëel en wordt inmiddels onderkend door oncologen en organisaties zoals Longkanker Nederland. De slachtoffers? Opvallend vaak vrouwen
Hoe komt dat?
  • Luchtvervuiling: Steeds meer onderzoek wijst erop dat fijnstof (PM2,5) en andere schadelijke stoffen in de lucht het risico op longkanker aanzienlijk verhogen, ook bij mensen die nooit gerookt hebben. Wereldwijd wordt zo’n 14% van de longkankergevallen bij niet-rokers aan luchtvervuiling toegeschreven, vooral in dichtbevolkte gebieden en Aziatische landen
  • Radon: Dit radioactieve gas komt van nature voor in de bodem en bouwmaterialen. Wanneer je radon inademt, kan het het DNA in je longcellen beschadigen en zo kanker veroorzaken. Ook in Nederland krijgen jaarlijks mensen longkanker door radon, al is de concentratie hier relatief laag.
  • Beroepsmatige blootstelling: Langdurig werken met chemicaliën zoals asbest, arseen, nikkel of chroom verhoogt het risico
  • Meeroken: Niet alleen actief roken, maar ook langdurig blootstaan aan andermans tabaksrook verhoogt het risico.
  • Genetische mutaties: Longkanker bij niet-rokers kent vaker genetische afwijkingen of mutaties die het proces in gang zetten. Deze mutaties verschillen van de ‘rook-mutaties’ en bepalen ook de behandeling.
  • Overige risicofactoren: eerdere longziekten zoals tuberculose of COPD, en mogelijk blootstelling aan bepaalde virussen of stoffen (traditionele geneesmiddelen) kunnen bijdragen
Bij niet-rokers is de meest voorkomende vorm van longkanker het adenocarcinoom. Opvallend is dat niet-rokers met longkanker relatief vaak vrouw zijn en dat het ziektebeeld anders kan verlopen dan bij rokers. De stijging wordt deels verklaard door betere diagnostiek, maar ook door een échte toename van blootstelling aan luchtvervuiling en andere moderne risicofactoren.
De kans op genezing en de overleving hangen sterk af van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt:
  • In een vroeg stadium (stadium I en II):De ziekte kan vaak nog operatief verwijderd worden. De 5-jaarsoverleving is dan relatief goed — bijvoorbeeld bij stadium I is ongeveer 62-71% van de patiënten vijf jaar na diagnose nog in leven.Een operatie wordt meestal gecombineerd met aanvullende (adjuvante) therapieën zoals chemotherapie, en soms radiotherapie.
  • De ziekte kan vaak nog operatief verwijderd worden. De 5-jaarsoverleving is dan relatief goed — bijvoorbeeld bij stadium I is ongeveer 62-71% van de patiënten vijf jaar na diagnose nog in leven.
  • Een operatie wordt meestal gecombineerd met aanvullende (adjuvante) therapieën zoals chemotherapie, en soms radiotherapie.
  • In een verder gevorderd stadium (stadium III):De behandeling bestaat meestal uit chemoradiotherapie en soms aanvullende immunotherapie. De 5-jaarsoverleving is rond de 30-41%.Soms is genezing nog mogelijk, maar de kans wordt kleiner
  • De behandeling bestaat meestal uit chemoradiotherapie en soms aanvullende immunotherapie. De 5-jaarsoverleving is rond de 30-41%.
  • Soms is genezing nog mogelijk, maar de kans wordt kleiner