Van hoofdpijn tot hersentumor: waarom steeds meer mensen hypochondrisch zijn

gezondheid
woensdag, 04 juni 2025 om 15:38
anp 505646609
Een simpele hoofdpijn die maar niet weggaat. Voor de meeste mensen een vervelend maar onschuldig ongemak. Voor Will Rees, die er uitgebreid over schreef in The Guardian, werd het het begin van een tien jaar durende strijd tegen zijn eigen ziekteangst. Zijn verhaal illustreert hoe de combinatie van internet en onzekerheid over ons lichaam kan leiden tot een moderne vorm van hypochondrie: cyberchondria.
Het begon tijdens Rees' universiteitsjaren met een constante hoofdpijn. Niet heftig, maar wel aanhoudend - vergezeld van het vreemde gevoel dat de pijn al veel langer bestond dan hij zich realiseerde. Weken, misschien wel jaren. Toen hij na een maand eindelijk naar de dokter ging, kreeg hij te horen dat het om spanningshoofdpijn ging, veel voorkomend bij studenten, vooral tijdens examens.
Maar Rees voelde zich niet gespannen. En in tegenstelling tot wat je zou verwachten, weigerde hij pijnstillers te nemen. Net als Franz Kafka een eeuw eerder geloofde hij dat pijn een signaal was dat onderzocht moest worden. "Als je hoofdpijn hebt, moet je de ervaring van pijn ondergaan en het behandelen als een teken", schreef Kafka ooit aan zijn verloofde.
Google als vals orakel
Wat volgde was een spiraal van online zoektochten die kenmerkend is geworden voor onze tijd. Het probleem met medische informatie op internet is de verhouding: lijsten van oorzaken vermelden niet dat sommige veel voorkomender zijn dan andere. Voor mensen die zoeken naar problemen glijden de ogen automatisch over de gewone verklaringen heen - droge ogen, uitdroging, spanning - en blijven hangen bij het ergste.
"Hypochondrie is een vorm van angst die namen zoekt en ze vindt", schreef Nobelprijswinnaar Elias Canetti ooit. Rees vond zijn naam: hersentumor. En eenmaal op dat spoor begon hij overal symptomen te zien. Vergeetachtigheid, woorden die hem ontschoten, een oogtic, verschillende pupilgrootten, metalige smaak van koffie, aanhoudende hik.
De geschiedenis van gezondheidsangst
Hypochondrie is niet nieuw. Al in de oude Griekse geschriften van Hippocrates en later bij de Romeinse arts Galenus werd het beschreven als een vorm van melancholie, veroorzaakt door te veel zwarte gal. Eeuwenlang werd het gezien als een lichamelijke ziekte.
In de 18e eeuw werd hypochondrie heromschreven als een zenuwziekte en gold het als een typisch mannelijke aandoening, het mannelijke equivalent van vrouwelijke hysterie. Het werd zelfs een modieuze kwaal onder de stedelijke intelligentsia, met beroemde lijders als Samuel Johnson en James Boswell.
Met de opkomst van populaire medische handboeken in de 19e eeuw waarschuwden artsen al voor de gevaren van te veel lezen over gezondheid. Een Victoriaanse arts klaagde over "verderfelijke boeken over 'populaire geneeskunde'" die volgens hem vaak tot hypochondrie leidden.
De digitale revolutie van gezondheidsangst
Vandaag spreekt men over 'cyberchondria' - de internetversie van gezondheidsangst. Medische websites zijn uitgegroeid tot miljoenenondernemingen door de kloof tussen werkelijkheid en perceptie te benadrukken: tussen hoe goed je je voelt en hoe ziek je mogelijk bent.
Na meer dan een jaar werd Rees eindelijk doorverwezen naar een neuroloog. De MRI-scan bracht verlossing: "Beste meneer Rees, uw hersenen zijn normaal." Maar zelfs dat was niet het einde. Hij zocht de foutmarges op van radiologische scans - 3 tot 5 procent - en rekende uit dat bij 40 miljoen scans per jaar in het VK, 1,6 miljoen fout konden zijn.
De weg naar genezing
Na bijna tien jaar stopte Rees' gezondheidsangst vanzelf. Ironisch genoeg is hij nu naar de andere kant doorgeslagen: toen hij een paar jaar geleden wakker werd met een ernstige allergische reactie probeerde hij gewoon naar zijn werk te gaan.
Schrijven over hypochondrie hielp hem. Het lezen over de angsten van anderen - schrijvers als Kafka, Marcel Proust en Alice James - gaf troost en hield zijn eigen angsten onder controle. Maar misschien was de belangrijkste les dat geen enkele test definitieve zekerheid kan bieden. Uiteindelijk moet je vrede sluiten met onzekerheid.
Zoals filosoof Immanuel Kant al in 1798 schreef: een mens kan zich goed voelen, "maar hij kan nooit weten dat hij gezond is". In ons digitale tijdperk is die wijsheid relevanter dan ooit.