Bijna elke hond heeft DNA van een wolf in zich: deze honden zijn het meest wolf

Klimaat, natuur en milieu
woensdag, 26 november 2025 om 14:20
ANP-515152877 (1)
Twee derde van de moderne hondenrassen draagt nog altijd kleine beetjes wolven-DNA met zich mee en dat is niet het overblijfsel van de oorspronkelijke scheiding tussen hond en wolf.
Uit een nieuwe studie blijkt dat dit genetische spoor afkomstig is van kruisingen die duizenden jaren ná de domesticatie van de hond hebben plaatsgevonden. Die onverwachte wolfachtige invloed lijkt bovendien samen te hangen met bepaalde eigenschappen van honden, zoals lichaamsgrootte en persoonlijkheidskenmerken.
Hoewel honden en wolven genetisch al meer dan 20.000 jaar geleden uit elkaar gingen, bleven beide soorten compatible genoeg om zich af en toe met elkaar te kruisen. Om de omvang van deze genetische vermenging in kaart te brengen, analyseerden onderzoekers bijna 2700 eerder gepubliceerde genomen van zowel moderne als oude honden en wolven, variërend van de laatste ijstijd tot nu. Daarbij zaten ook ongeveer 300 ‘dorpshonden’ die wel rond mensen leefden maar geen huisdieren waren.
De resultaten laten zien dat minstens 264 moderne hondenrassen wolf-DNA dragen dat gemiddeld zo’n 900 hondengeneraties geleden is ingebracht, ongeveer 2600 jaar geleden. Bij een klein aantal rassen liep dat wolvenaandeel op tot 40 procent, maar de meeste honden dragen tussen de 0 en 5 procent wolvengenen met zich mee. “Voorheen leek de consensus dat een hond nauwelijks wolf-DNA kan hebben om nog echt hond te zijn”, zegt medeonderzoeker Audrey Lin van het American Museum of Natural History. “Maar als je goed kijkt, zit er vrijwel altijd wolf in moderne honden. Blijkbaar kan het hondengenoom dat prima verdragen.”
Sommige uitkomsten lagen voor de hand. De Tsjechoslowaakse wolfhond en de Saarlooswolfhond – beide in de twintigste eeuw doelbewust gekruist met wolven – hadden het hoogste aandeel wolvengenen. Ook grotere werkhonden, zoals Arctische sledehonden, bepaalde jachthonden en waakhonden uit West- en Centraal-Azië, bleken relatief ‘wolfachtig’. Maar er waren ook genoeg uitzonderingen: grote rassen als de bullmastiff en de Sint-Bernard hadden geen spoor van wolf in hun DNA, terwijl kleine honden soms wél wolfengenen droegen. Zo bevat het genoom van de chihuahua ongeveer 0,2 procent wolven-DNA. “Dat verrast waarschijnlijk niemand die ooit een chihuahua heeft meegemaakt”, grapt Lin.
Opvallend genoeg droegen álle onderzochte dorpshonden wolf-DNA, met name in genen die betrokken zijn bij reukvermogen. Volgens de onderzoekers kan dat hun overlevingskans hebben vergroot in uitdagende leefomstandigheden. Daarnaast bleek de karakterbeschrijving van rassen vaak deels samen te vallen met de hoeveelheid wolvengenen. Honden met weinig wolf-DNA worden regelmatig omschreven als vriendelijk of makkelijk te trainen, terwijl honden met meer wolfgenen vaker worden getypeerd als onafhankelijk of terughoudend tegenover vreemden, al is nog niet bewezen dat deze eigenschappen direct door wolvengenen worden veroorzaakt.
Wat de studie in ieder geval duidelijk maakt, is dat de moderne hond niet alleen een product is van duizenden jaren samenleven met mensen, maar ook van een blijvende, subtiele erfenis van de wolf.
loading

Loading