De concentratie CO2 in onze atmosfeer blijft stijgen, maar volgens nieuw onderzoek heeft dat niet alleen gevolgen voor het klimaat. Het beïnvloedt ook de kwaliteit van ons voedsel. Een grote meta-analyse, geleid door Sterre ter Haar, docent aan de Universiteit Leiden, laat zien dat veel gewassen weliswaar harder groeien in een CO2-rijkere omgeving, maar tegelijk aan voedingswaarde verliezen. Sommige gewassen blijken zelfs meer giftige metalen te bevatten.
Ter Haar en haar collega’s ontwikkelden een methode om tientallen eerdere studies naar plantenreacties op verhoogde CO2-niveaus met elkaar te vergelijken. De uitkomst was schokkend: “We zien geen simpel verdunningseffect, maar een complete verschuiving in de samenstelling van onze voeding”, vertelt ze aan The Guardian. Vooral zinkgehalten dalen sterk, terwijl loodgehalten juist stijgen.
Wetenschappers wisten al langer dat meer CO2 planten sneller laat groeien, maar de uiteenlopende opzet van eerdere onderzoeken maakte conclusies moeilijk. Met hun nieuwe aanpak konden de Leidse onderzoekers bijna 60.000 metingen van 32 voedingsstoffen en 43 gewassen, waaronder rijst, aardappelen, tomaten en tarwe, analyseren en vergelijken. Tot 350 deeltjes per miljoen (ppm) beschouwden ze nog als een veilig CO2-niveau. Dat vergeleken ze met een toekomstscenario van 550 ppm, een concentratie die volgens sommige schattingen al in 2065 bereikt kan worden.
Minder eiwitten, zink en ijzer
Gemiddeld zou de hoeveelheid voedingsstoffen met 3,2 procent dalen bij die CO2-stijging, maar bij bepaalde gewassen zijn de effecten veel extremer. Zo kan het zinkgehalte in kikkererwten met ruim 37 procent kelderen en worden aanzienlijke verliezen verwacht in eiwitten, zink en ijzer in basisvoedsel zoals rijst en tarwe. Volgens de onderzoekers kan dit leiden tot verborgen honger: voldoende calorieën, maar een tekort aan essentiële voedingsstoffen, met ernstige gevolgen voor de volksgezondheid.
En het probleem is niet hypothetisch. De huidige CO2-concentratie staat al op 425 ppm, wat betekent dat de negatieve effecten op voedingsstoffen nu al merkbaar zijn.
De studie past in een groeiende hoeveelheid onderzoek naar de impact van klimaatverandering op de kwaliteit van landbouwgewassen, zowel buiten als in een gecontroleerde teeltomgeving. Dat is extra relevant in Nederland, waar meer dan 4.100 hectare aan kassen staat en CO2 vaak kunstmatig wordt toegevoegd om de opbrengst te verhogen.
Ter Haar benadrukt dat het doel niet is om paniek te zaaien. “De eerste stap naar een oplossing is erkennen dat er een probleem is”, zegt ze. “Hopelijk draagt ons onderzoek een stukje bij aan die puzzel.”