Het hangt al tien jaar als een zwaard van Damocles boven ons hoofd: de grens van 1,5 graden opwarming. Nu is het bijna zover. Volgens een nieuwe wereldwijde klimaatstudie, waaraan meer dan 60 topwetenschappers meewerkten, kan de aarde deze symbolische drempel al binnen drie jaar overschrijden als we doorgaan met onze huidige CO2-uitstoot.
In 2015 spraken bijna 200 landen af om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graden Celsius boven het niveau van eind 19e eeuw. Dat moest de ergste gevolgen van klimaatverandering voorkomen. Maar in plaats van af te remmen, is de wereld juist in de hoogste versnelling blijven uitstoten. Steenkool, olie en gas worden massaal verbrand, bossen verdwijnen en de uitstoot blijft records breken.
En dat heeft gevolgen: het zeeniveau stijgt sneller, extreme hittegolven – zoals de 40 graden in het VK in 2022 – worden normaal, en klimaatverandering versnelt. “Alles beweegt zich in de verkeerde richting,” zegt Piers Forster, klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Leeds. “We zien veranderingen die al lang zijn voorspeld, maar nu razendsnel werkelijkheid worden.”
De koolstofklok tikt
Aan het begin van 2020 mochten we volgens wetenschappers nog 500 miljard ton CO2 uitstoten voor een redelijke kans om onder die 1,5 graden te blijven. In 2025 is daar nog maar 130 miljard ton van over. Met de huidige uitstoot van zo’n 40 miljard ton per jaar betekent dat: over drie jaar is het op.
Betekent dat meteen het einde van het Parijsakkoord? Nog niet helemaal. Eén warm jaar telt nog niet als ‘overtreding’. Maar 2023 was al het eerste jaar ooit waarin de gemiddelde temperatuur wereldwijd boven de 1,5 graden lag ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. En de trend is duidelijk: we warmen op met zo’n 0,27 graden per decennium. Als we niets doen, zitten we rond 2030 definitief boven die 1,5 graad.
Techniek als redder?
In theorie kunnen we later CO2 weer uit de lucht halen met technologieën zoals ‘carbon capture’. Maar daarop vertrouwen is riskant, waarschuwen de onderzoekers. Hoe groter de overschrijding, hoe moeilijker het wordt om de schade terug te draaien. “We moeten oppassen dat we CO2-verwijdering niet als een ontsnappingsroute gaan zien,” zegt Joeri Rogelj van Imperial College London.
Elke tiende graad telt
Wat deze nieuwe studie ook benadrukt: er is geen magische grens waarboven alles fout gaat en daaronder alles goed is. Elke fractie van een graad extra opwarming betekent meer extreem weer, meer smeltend ijs, hogere zeespiegels en meer ellende, vooral voor de meest kwetsbaren.
De oceaan slurpt inmiddels 90 procent van de extra warmte op. Gevolg: zeespiegels die stijgen, ecosystemen die op hun kop staan en kustgebieden die gevaar lopen. De zeespiegel stijgt nu twee keer zo snel als in de jaren 90.
Maar er is ook een klein sprankje hoop: de groei van de uitstoot lijkt af te remmen, onder meer door de opkomst van schone technologie. Toch is de boodschap duidelijk: snelle en stevige actie is urgenter dan ooit.
Zoals Rogelj het zegt: “Elke fractie van een graad die we nu kunnen vermijden, voorkomt extra lijden later.” De klok tikt. Wat we de komende drie jaar doen, maakt het verschil tussen beheersbaar en onomkeerbaar.