Denemarken heeft de afgelopen jaren een drastische daling in asielaanvragen bewerkstelligd door een reeks ingrijpende beleidsmaatregelen.
In 2024 kende het land slechts 860 asielaanvragen toe, (
Nederland 44.000) een "historisch" laag aantal volgens de Deense autoriteiten.
Faber zegt dat ze bezig is met het strengste asielbeleid ooit, maar vergeleken met Denemarken lijkt het nergens op. Deze afname is het resultaat van een doelbewuste beleidsstrategie die breed gedragen wordt binnen het Deense politieke spectrum. Dit rapport analyseert hoe Denemarken dit heeft bereikt en in hoeverre vergelijkbare maatregelen in Nederland mogelijk zouden zijn.
De Deense aanpak: het "zero refugee" beleid
De Deense premier Mette Frederiksen heeft sinds haar aantreden in 2019 een expliciet
"zero refugee" beleid nagestreefd[1][2][3]. Dit beleid is onderdeel van een fundamentele "paradigmaverschuiving" in de Deense benadering van
asiel en migratie, waarbij de focus is verschoven van integratie naar terugkeer en van permanent verblijf naar herroeping van bescherming[4].
Wettelijke en beleidsmaatregelen
Denemarken heeft verschillende ingrijpende maatregelen geïmplementeerd om het aantal asielaanvragen te beperken:
- Wetgeving voor externe asielverwerking: In 2021 nam Denemarken een wet aan die het mogelijk maakt asielzoekers over te brengen naar derde landen buiten de EU voor de verwerking van hun asielaanvragen[5][6]. Hoewel dit controversieel was en kritiek kreeg van de VN en mensenrechtenorganisaties, illustreert het de Deense vastberadenheid om territoriale asielaanvragen te ontmoedigen[5].
- De "sieradenwet": In 2016 aangenomen, staat deze wet de autoriteiten toe waardevolle bezittingen van asielzoekers in beslag te nemen om hun verblijf in Denemarken te bekostigen[7]. Hoewel deze maatregel internationaal bekritiseerd werd, was het een duidelijk signaal van de strengere koers.
- Tijdelijke bescherming en beperkte rechten: Verblijfsvergunningen worden nu tijdelijk verleend met het uitdrukkelijke doel vluchtelingen zo snel mogelijk te laten terugkeren naar hun land van herkomst[4]. Denemarken heeft ook gezinshereniging beperkt, sociale uitkeringen voor vluchtelingen verlaagd en de criteria voor permanent verblijf aangescherpt[4].
- Actieve herziening van beschermingsstatus: De drempel voor intrekking van asielstatus (anders dan de conventionele vluchtelingenstatus) is verlaagd, waardoor bescherming gemakkelijker kan worden ingetrokken bij verbeterde omstandigheden in het land van herkomst[4].
Internationale samenwerking en externe strategie
Denemarken heeft zwaar ingezet op de externe dimensie van asiel- en migratiebeleid:
- Memorandum met Rwanda: In april 2021 tekende Denemarken een overeenkomst met Rwanda om mogelijkheden te verkennen voor het overhevelen van asielverwerking naar dat land[6]. Dit past in de langlopende Deense traditie van bevordering van externe asielverwerking.
- Afschrikkingsstrategie: De Deense regering communiceert openlijk haar strenge asielbeleid om potentiële asielzoekers te ontmoedigen naar Denemarken te komen[8][4]. Deze "negative nation branding" is een bewuste strategie.
Institutionele facilitering
De Deense institutionele opstelling faciliteert dit strenge beleid op verschillende manieren:
- EU opt-out: Anders dan andere EU-lidstaten heeft Denemarken een opt-out van het gemeenschappelijke Europese asiel- en migratiebeleid[4]. Hierdoor is het land niet gebonden aan de EU-asielrichtlijnen en heeft het meer vrijheid in het bepalen van het eigen asielbeleid.
- Brede politieke consensus: Een opvallend kenmerk van het Deense migratiebeleid is de brede consensus onder de politieke partijen, inclusief de centrum-linkse partijen zoals de Sociaaldemocraten[8][4]. Dit heeft geleid tot consistent beleid ondanks regeringswisselingen.
Resultaten van het Deense beleid
De effecten van het Deense beleid zijn duidelijk zichtbaar in de statistieken:
- In 2024 kende Denemarken slechts 860 asielaanvragen toe, het op één na laagste aantal in meer dan 40 jaar (alleen overtroffen door 2020 toen COVID-lockdowns migratie belemmerden)[1][9][3].
- Het totale aantal asielaanvragen in 2024 bedroeg ongeveer 2.300, vergeleken met meer dan 21.000 in 2015[1][10][5].
- Het erkenningspercentage voor asielaanvragen daalde aanzienlijk: in 2017 werd slechts 26% van de aanvragen goedgekeurd, een van de laagste percentages in de EU[11].
De Deense immigratieminister Kaare Dybvad Bek noemde deze cijfers "historisch" en schreef de daling toe aan het strenge asielbeleid van het land[1][9].
Mogelijke toepasbaarheid in Nederland
De vraag of een vergelijkbare aanpak in Nederland mogelijk zou zijn, vereist een analyse van de juridische, politieke en maatschappelijke verschillen tussen beide landen.
Juridische verschillen
- EU-rechtskader: Nederland heeft, in tegenstelling tot Denemarken, geen opt-out van het gemeenschappelijke Europese asielstelsel (CEAS) en is volledig gebonden aan de EU-richtlijnen inzake asiel, waaronder de Kwalificatierichtlijn, Procedurerichtlijn en Opvangrichtlijn[4]. Dit beperkt de beleidsvrijheid van Nederland aanzienlijk.
- Internationale verdragen: Beide landen zijn gebonden aan internationale verdragen zoals het VN-Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, die het principe van non-refoulement waarborgen en bepaalde minimumnormen voor de behandeling van asielzoekers vereisen[4].
Politieke en maatschappelijke context
- Politieke consensus: In Denemarken bestaat een breed gedragen consensus over het strenge migratiebeleid, inclusief onder centrum-linkse partijen[8][4]. In Nederland is er meer politieke verdeeldheid over asielbeleid, hoewel recente verkiezingen een verschuiving naar strengere standpunten laten zien.
- Maatschappelijk draagvlak: Het Deense model lijkt te steunen op een breed maatschappelijk draagvlak voor restrictief migratiebeleid[8]. In Nederland is de publieke opinie meer verdeeld.
Praktische overwegingen
- Schaalverschillen: Nederland ontving in 2024 ongeveer 45.600 asielaanvragen, vergeleken met 2.300 in Denemarken[12][1]. Dit verschil in schaal zou andere implementatieuitdagingen kunnen opleveren.
- Geografische ligging: Nederland ligt centraler in Europa en is een belangrijk doorreisland, wat strengere grenscontroles complexer maakt.