Na de verkiezingen zijn er nog maar een schamele 33 zetels over voor linkse partijen in de Tweede Kamer, een historisch dieptepunt. Waar ze in 2006 nog 73 zetels wisten te halen, vertegenwoordigen GroenLinks-PvdA, SP, PvdD, Volt, DENK en ChristenUnie nu samen nog geen kwart van het parlement. Voor de vierde keer op rij verliest links terrein.
Volgens Jurjen van den Bergh, directeur van campagnebureau De Goede Zaak, is het verlies niet toe te schrijven aan één oorzaak. “Er stond bij veel progressieve kiezers één doel centraal: afrekenen met het vorige kabinet. Dat is gelukt. Maar je ziet ook dat progressieve partijen niet zijn gegroeid.” Veel linkse stemmers kozen strategisch. In de strijd tegen Geert Wilders leek Rob Jetten voor velen de meest kansrijke uitdager. “Er was een race tussen Frans Timmermans en Rob Jetten. Veel kiezers vonden Jetten kansrijker om Wilders te stoppen. Vanuit het perspectief van de linkse kiezer is dat een legitieme keuze.”
Maar er speelde meer. Volgens Van den Bergh ontbrak het links aan een duidelijk en hoopvol verhaal. Geslaagde linkse bewegingen hebben een boodschap die mensen verbindt, zegt hij. "Succesvolle linkse campagnes draaien om een eenvoudig, verbindend verhaal van hoop. In Nederland klonk dat te weinig. Hoogstens hoorde je het een beetje bij D66, maar dat was geen onversneden links verhaal.”
Rechts medialandschap
Daarnaast heeft links te maken met een ongelijk speelveld. Het medialandschap is volgens Van den Bergh overwegend rechts, waardoor progressieve thema’s minder snel doordringen tot het publieke debat. En terwijl rechts inspeelt op angst, woede en teleurstelling, blijft hoop lastiger over te brengen. “Hoop werkt heel sterk, maar is minder simpel uit te leggen”, zegt hij.
Links miste ook richting en lef. In plaats van zelf de toon te zetten, reageerden partijen vooral op de actualiteit. Een economisch verhaal over eerlijk delen en sterke publieke voorzieningen bleef uit. Alleen op momenten van massale mobilisatie, zoals bij de Rode Lijn-demonstratie in Amsterdam, wist links even te raken aan wat mogelijk is: saamhorigheid en geloof in verandering.
Wat links nu nodig heeft, zegt Van den Bergh, is een geloofwaardig boegbeeld dat die boodschap kan dragen. Binnen GroenLinks-PvdA noemt hij Marjolein Moorman en Jesse Klaver als kansrijke gezichten. Zijn advies aan de linkse partijen is helder: bouw opnieuw. Niet door te reageren, maar door richting te geven, met een eenvoudig, eerlijk en hoopvol verhaal dat weer aansluiting vindt bij de zorgen van gewone mensen.