De Amerikaanse minister van Energie, Chris Wright, deed tijdens een interview met de Britse openbare omroep BBC een opvallende uitspraak. Dankzij kunstmatige intelligentie (AI) zal er binnen de vijf jaar een grote doorbraak zijn in kernfusie, beweert hij. Wright vertelde de BBC dat hij verwacht dat energie uit kernfusie binnen acht tot vijftien jaar beschikbaar wordt, en dat overal op aarde. Dat zou een flinke hulp zijn bij het verminderen van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Volgens hem maken AI, onderzoek in nationale labs en privébedrijven dit mogelijk. Zijn uitspraken zullen zelfs enthousiastelingen van de technologie verrassen.
Wat is kernfusie precies?
Even een opfrisser: wat is kernfusie nou eigenlijk? Het is het proces waarbij kleine atoomkernen samensmelten tot grotere, waarbij bergen energie vrijkomen. Dat is precies wat er in de zon en sterren gebeurt. Dat is heel anders dan kernsplijting in onze huidige kerncentrales, waar zware atomen zoals uranium net worden gesplitst. Kernsplijting levert radioactief afval op dat eeuwenlang gevaarlijk blijft, maar bij kernfusie is er amper langlevend afval.
Bij kernfusie worden lichte elementen gebruikt zoals waterstof, en het restproduct is vooral helium. Dat is op papier veel schoner en veiliger. Het lastige is om dit proces na te bootsen op aarde. Er zijn temperaturen nodig die heter zijn dan de zon zelf en die moeten onder controle worden gehouden. Wetenschappers en ingenieurs proberen kernfusiereactoren al bijna een eeuw lang aan de praat te krijgen.
Zeer optimistische uitspraken
De meeste kernwetenschappers denken dat commerciële fusiecentrales nog decennia ver weg zijn. Het is een van de zwaarste puzzels die we ooit proberen op te lossen. Wright, die zelf kernfusie studeerde, geeft de moeilijkheden toe maar houdt voet bij stuk.
Of het echt zo snel gaat? De tijd zal het leren. Hoewel kernfusie veelbelovend is als schone energiebron, staan er nog grote uitdagingen in de weg. Het extreem hete plasma moet langdurig en stabiel onder controle gehouden worden en de reactorwanden moeten bestand zijn tegen de intense hitte en straling. Daarnaast is er een tekort aan tritium, de belangrijkste brandstof, en blijft het afvoeren van overtollige warmte technisch lastig. Ook de hoge kosten, complexe regulering en het feit dat fusiecentrales continu en betrouwbaar moeten kunnen draaien, maken dat commerciële kernfusie nog lang niet vanzelfsprekend is.