De
zomer staat bekend als het seizoen waarin we ons energieker en vrolijker voelen. Maar wat gebeurt er precies in ons brein? Volgens neurowetenschapper Dan Baumgardt speelt zonlicht hierin een sleutelrol. Tijdens de zomer zijn de dagen langer en krijgen we meer daglicht binnen. Dit extra zonlicht beïnvloedt onze biologische klok, waardoor de aanmaak van het slaaphormoon melatonine afneemt. Het gevolg: we voelen ons minder slaperig en juist actiever.
Daarnaast stimuleert zonlicht de productie van vitamine D in onze huid. Vitamine D draagt bij aan de aanmaak van serotonine, het zogenaamde ‘gelukshormoon’. Een hogere serotoninespiegel zorgt voor een betere stemming en meer energie. Ook de aangename temperaturen helpen mee: ons lichaam hoeft minder hard te werken om op temperatuur te blijven, wat zorgt voor extra ontspanning.
In de winter, als het licht ontbreekt, kunnen mensen sneller last krijgen van een dip of zelfs een seizoensgebonden depressie. De zomer ‘reset’ als het ware onze
hersenen en hormonen, waardoor we ons meer in balans voelen. Niet iedereen profiteert hiervan, maar voor de meeste mensen geldt: meer zon betekent meer zomergeluk!