Het is hartverwarmend om te zien dat je hond helemaal opleeft zodra jij thuiskomt. Maar als weggaan ook betekent dat het dier luidkeels gaat blaffen en in totale razernij de inboedel te lijf gaat, dan vergaat je de lol al snel. Dierenarts Piet Hellemans legt uit waarom
honden verlatingsangst krijgen en hoe je het stap voor stap kunt aanpakken.
Van nature leven honden in een groep. Alleen zijn voelt voor veel viervoeters onnatuurlijk en soms zelfs beangstigend. Vandaar al dat geblaf, gejank en het slopen van je meubels zodra je de deur uitgaat. Niet leuk voor de hond, maar ook niet voor jou of je buren.
Kleine stapjes
Volgens Hellemans is geduld het sleutelwoord. Begin simpel: loop naar de voordeur, doe hem open, stap even naar buiten en kom snel weer terug. Zo leert je hond dat alleen zijn tijdelijk is. Maak de momenten geleidelijk langer, maar vermijd grote sprongen. Een lange wandeling voor je vertrek kan ook helpen; een vermoeide hond is vaak een rustige hond.
Houd hem bezig
Zorg dat je hond iets te doen heeft terwijl jij weg bent. Een anti-schrokbak of likmat met een beetje pindakaas en brokjes houdt hem mentaal en fysiek bezig. Het kost energie, voorkomt verveling en verkleint de kans op onrustig gedrag.
Hulp zoeken
Kom je er zelf niet uit? Schakel dan een gedragsdeskundige in voordat het probleem verergert.