0,001 procent van de wereldbevolking bezit meer dan de armste helft

Economie
woensdag, 10 december 2025 om 14:56
ANP-544295713
Hoe ongelijk de wereld is verdeeld, blijkt opnieuw uit het laatste World Inequality Report. Nog geen 60.000 mensen - een ArenA vol - bezitten meer rijkdom dan de onderste helft van de wereldbevolking bij elkaar. Volgens economen is daarmee een belangrijke grens overgegaan.
Het rapport, gebaseerd op de grootste open databank over mondiale ongelijkheid en samengesteld door ruim 200 onderzoekers, laat een ontluisterende trend zien. De rijkste 10 procent verdienen meer dan de overige 90 procent bij elkaar. En van alle wereldwijde rijkdom is 75 procent in handen van diezelfde top. De armste helft moet het doen met 2 procent.
In vrijwel elke regio ter wereld is de top 1 procent rijker dan de onderste 90 procent. Die scheefgroei is de afgelopen decennia alleen maar verergerd. Sinds 1995 groeide het aandeel van de superrijken – de top 0,001 procent – van 4 naar meer dan 6 procent. Multimiljonairs zagen hun vermogen jaarlijks met zo’n 8 procent stijgen, bijna dubbel zo snel als de armste helft van de mensheid.
Volgens de auteurs, onder wie ster-economen Thomas Piketty en Ricardo Gómez-Carrera, is deze ongelijkheid niet alleen oneerlijk, maar ronduit gevaarlijk. Het bedreigt de stabiliteit van democratieën, de weerbaarheid van economieën en zelfs de gezondheid van onze planeet. Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz pleit daarom voor een internationale ongelijkheidscommissie, vergelijkbaar met het IPCC voor klimaat.
Kansenongelijkheid
Want de kloof gaat verder dan geld. Kansenongelijkheid maakt de verschillen alleen maar groter. Zo geven Europa en Noord-Amerika gemiddeld 40 keer zoveel uit aan onderwijs per kind als sub-Sahara Afrika. En die ongelijkheid vertaalt zich door naar inkomens, levensverwachting en maatschappelijke mobiliteit.
Ook het klimaataspect is confronterend: de rijkste 10 procent zijn verantwoordelijk voor 77 procent van alle CO2-uitstoot die voortkomt uit privébezit en investeringen. De armste helft van de wereld produceert slechts 3 procent van de uitstoot, maar krijgt wel de hardste klappen van klimaatverandering.
Toch benadrukt het rapport dat oplossingen bestaan: slimme belastingsystemen, publieke investeringen in onderwijs en zorg en het aanpakken van belastingontwijking door de superrijken. Want nu betalen de allerrijksten relatief gezien minder belasting dan veel middeninkomens.
“De middelen om dit op te lossen bestaan”, schrijven de onderzoekers. “Wat ontbreekt, is politieke wil.” En daar zit misschien het echte probleem: niet dat de ongelijkheid zo groot is geworden, maar dat we het met z’n allen laten gebeuren.
loading

Loading