Iran wil zijn energievoorziening moderniseren en zet daarvoor groots in op 
zonne-energie. Door jarenlange internationale sancties en een verouderd elektriciteitsnet kampt het land met structurele stroomtekorten. Volgens zakenkrant Financial Times probeert Teheran nu met een ambitieuze strategie de 
crisis het hoofd te bieden.
 Hoewel Iran beschikt over enorme olie- en gasreserves, is de energievoorziening er verre van stabiel. Zomers kampt het land met stroomuitval door overbelasting van het net, vooral als airco’s massaal aanstaan. Tijdens piekmomenten was er volgens officiële cijfers een tekort van zo’n 15 gigawatt. In de winter ontstaan juist problemen met de gasvoorziening.
Strategische noodzaak
Iran wekt momenteel zo’n 80 procent van zijn elektriciteit op uit aardgas, maar dat wil de regering veranderen. Viceminister van Energie Mohsen Tarztalab zei vorige week tijdens een zonne-energieconferentie in Teheran: “De ontwikkeling van hernieuwbare energie is geëvolueerd van een ondersteunend beleid naar een strategische noodzaak. Het uitbreiden van schone energie is essentieel voor het bereiken van energiezekerheid en het verminderen van Irans afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.”
Daarom wil Iran binnen drie jaar een capaciteit van 12 gigawatt aan hernieuwbare energie realiseren. Op dit moment komt nog maar 2,5 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen, nog weinig vergeleken met buurland Turkije, dat in 2023 ruim 16 procent haalde uit zon en wind.
Meer dan 300 zonnige dagen per jaar
Het staatsinvesteringsfonds heeft beloofd 2,3 miljard dollar te steken in de bouw van 7 gigawatt aan zonne- en windprojecten, in samenwerking met de private sector.
Iran heeft daar in theorie uitstekende papieren voor: het land kent meer dan 300 zonnige dagen per jaar. Toch betwijfelen experts of de plannen haalbaar zijn. De Iraanse economie is zwaar verzwakt en het land blijft afhankelijk van import en afgesneden van internationale financiering.
Toch is de koerswijziging volgens analisten veelzeggend: Iran lijkt eindelijk te erkennen dat zelfs een olierijk land niet kan blijven draaien op fossiele energie.