Niet alles ligt aan Mona Keizer: hoe gemeenten zelf de betaalbare woningbouw afknijpen

Economie
woensdag, 10 december 2025 om 6:40
shutterstock_2494424467
Gemeenten zijn geen onschuldige toeschouwers in de woningcrisis, maar medeschuldig aan het hardnekkige tekort aan betaalbare huizen. Het gaat niet alleen om “te weinig bouwen”, maar vooral om lokaal grondbeleid dat de nationale ambities ondergraaft.
Gemeenten remmen betaalbare bouw
Landelijk is het woningtekort in 2025 opgelopen tot ongeveer 396.000 woningen, bijna 5% van de totale behoefte. Tegelijk wil het Rijk jaarlijks 100.000 nieuwe woningen realiseren, waarvan twee op de drie betaalbaar moeten zijn, maar dat tempo wordt bij lange na niet gehaald. Gemeenten spelen daarin een sleutelrol, omdat zij via bestemmingsplannen, grondprijzen en vergunningen bepalen wat waar gebouwd mag worden.
Uit analyses rond de Woningbouwimpuls blijkt dat projecten zonder rijksbijdrage soms maar 30% betaalbare woningen realiseren, terwijl juist daar extra inzet nodig is. De Algemene Rekenkamer waarschuwt dat zonder harde garanties de betaalbaarheid op lange termijn simpelweg wegvalt. Toch blijven veel gemeenten terughoudend met actief grondbeleid, mede uit angst voor financiële risico’s sinds de crisis van 2008.
Grondbeleid als breekijzer
Juist op dat punt wijst de minister voor Volkshuisvesting erop dat grondbeleid hét instrument is om voldoende, tijdig en betaalbaar bouwgrond beschikbaar te maken. Gemeenten kunnen via scherpe kaders en sociale grondprijzen ontwikkelaars dwingen om meer sociale huur en middenhuur te realiseren – ook op private grond. Zolang zij die knoppen niet voluit durven te gebruiken, blijft het makkelijk om naar “Den Haag” te wijzen, maar blijft de kraan van betaalbare woningen lokaal halfdicht staan.
loading

Loading