Rijke landen staan aan de vooravond van een periode van hardnekkige en pijnlijke
inflatie, voorspelt The Economist. De oorzaak is eenvoudig maar verontrustend: overheden geven structureel veel meer geld uit dan er binnenkomt, en politici ontbreken de moed om deze trend te keren. Nederland onttrok zich tot nu toe van de trend. Maar uit de doorberekeningen van het CPB blijkt dat op langere termijn ook de Nederlandse staatsschuld heel snel gaat stijgen.
De schuldenlast van landen als de VS, Frankrijk, Japan en Groot-Brittannië bedraagt inmiddels gemiddeld 110% van het bbp, een niveau dat eerder alleen werd bereikt na de Napoleontische oorlogen. Toch ontbreekt het momenteel aan politieke wil en electorale steun voor sobere begrotingsdiscipline, fors bezuinigen of belastingverhogingen.
Geen ontsnapping via groei, zelfs niet met AI
Sommigen hopen dat technologische vooruitgang, vooral door kunstmatige intelligentie, uitkomst zal bieden via hogere productiviteit en economische groei. Maar dit is een misvatting: hogere welvaart betekent meer pensioenen en zorguitgaven, en die stijgen mee met het inkomensniveau. Intussen zorgen investeringen in datacenters en chips juist voor hogere rentes, waardoor de schuldenlast alleen maar duurder wordt. Rijke landen kunnen dus niet ‘uit hun
schulden groeien’.
Waarom inflatie een uitweg lijkt
Omdat democratische regeringen de omvang van de staat niet willen of kunnen terugdringen—en belastingverhogingen electoraal riskant zijn—lijken er in feite twee paden open te liggen: financiële discipline, die onpopulair is, of inflatie en financiële repressie, waarmee de reële waarde van schulden afneemt. Centrale banken hebben inmiddels een flinke voetafdruk in de obligatiemarkt en populistische politici ondermijnen hun onafhankelijkheid. Zo wordt de deur opengezet voor hogere inflatie.
De sociale gevolgen: uitholling van de middenklasse
Inflatie herverdeelt rijkdom arbitrair en vaak oneerlijk: spaarders en obligatiehouders raken koopkracht kwijt, bezitters van huizen en andere reële activa worden rijker. Dit bedreigt vooral de middenklasse, die het cement van de democratie vormt. De gevolgen zijn te zien in Argentinië, waar politiek vooral draait om het verkrijgen van privileges bij de overheid om inflatie het hoofd te bieden, en niet om productiviteit of innovatie. Als rijke landen hun overheidsfinanciën niet hervormen, dreigen hun samenlevingen richting dit Argentijnse model te bewegen.
Keuzemoment: discipline of chaos
Hoewel het pad richting inflatie voor de hand ligt, is het niet onvermijdelijk. In de jaren ’70 leidde de inflatie-golf juist tot een ommezwaai richting “sound money” en sterke centrale banken. Bij een herhaling zal dat afhankelijk zijn van druk vanuit markten en bondhouders, én van het politieke leiderschap dat bereid is impopulaire keuzes te maken. Lukt dat niet, dan wacht de rijke wereld een lange en pijnlijke periode van economische en sociale erosie door inflatie.