Na jaren van thuiswerken lijkt de werkplek weer te verschuiven van keukentafel terug naar kantoortuin. Uit nieuwe gegevens van mobiliteitsprovider Shuttel blijkt dat het aantal thuiswerkdagen dit jaar met 11 procent afneemt. “Dit duidt erop dat de piek in thuiswerken mogelijk achter ons ligt”, stelt directeur Klaas Pieter Roemeling.
Sinds de coronapandemie was hybride werken de norm: een paar dagen op
kantoor, de rest
thuis. Maar nu tekenen mobiliteitsdata een ander beeld. Shuttel registreert de reisbewegingen van zo’n 250.000 werknemers met mobiliteitskaarten, onder andere van FrieslandCampina, Decathlon, KraftHeinz en de Rijksoverheid. Ze concluderen dat in de eerste vijf maanden van 2025 het thuiswerkgedrag met 10,9 procent is afgenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Roemeling ziet meerdere verklaringen: “Werknemers zijn schaars en een ruimhartig thuiswerkbeleid maakt het makkelijker om vacatures gevuld te krijgen en personeel binnen boord te houden.” Ook verhuisden veel mensen naar buiten de stad voor meer ruimte, wat thuiswerken aantrekkelijker maakte. Maar nu lijkt de balans te verschuiven: “Werknemers die voorheen 2 tot 3 dagen fysiek aanwezig waren, gaan tegenwoordig een dag extra naar
werk. Dit wordt door bedrijven actief gepromoot. Wij verwachten dat deze trend ook structureel is.”
Geen kantoorplicht
Toch willen werkgevers liever geen harde verplichtingen opleggen. “Bedrijven zijn huiverig om een kantoorplicht formeel vast te leggen, uit vrees dat het personeel dan elders werk vindt”, zegt Roemeling. ING kiest daarom voor een zachte richtlijn: medewerkers worden geacht minimaal twee dagen per week op kantoor te zijn, waarvan in elk geval één op maandag, woensdag of vrijdag.
Waarom juist die dagen? Een woordvoerder legt uit: “ING wil met deze richtlijn die drukte uitsmeren over de rest van de werkweek.” De dinsdag en donderdag zijn al populaire kantoordagen; de andere dagen worden nog te vaak gemeden. “Maar de teams beslissen zelf over de planning en verdeling.”
Cultuur en collega’s
Werkgeversvereniging AWVN begrijpt de voorzichtigheid. “Voor nieuwe werknemers is het bijvoorbeeld lastig om op afstand ingewerkt te worden”, aldus een woordvoerder. Daarom worden er op afdelingsniveau steeds vaker afspraken gemaakt, zonder formele plicht: “Dat past ook in de Nederlandse werkcultuur, waarin werkgevers en werknemers in overleg tot oplossingen komen.”
En ook al speelt de thuiswerkdiscussie wereldwijd — in de VS worden kantoorplichten al volop ingevoerd — in Nederland lijkt het minder ver te gaan. “Wij hebben geen enkele indicatie dat bedrijven van plan zijn thuiswerken af te schaffen”, stelt de AWVN.
Seizoensinvloeden
Tot slot merkt Shuttel dat het thuiswerkgedrag seizoensgebonden is. “We zien een duidelijk seizoenspatroon in het thuiswerkgedrag”, zegt Roemeling tegen BNR. Vlak voor vakanties zijn mensen vaker thuis, maar daarna keren ze juist weer vaker terug naar kantoor om collega’s te zien.