Waarom sommige mensen 100 worden én geen nare ziektes krijgen

gezondheid
maandag, 11 augustus 2025 om 10:56
ANP-460351846
We leven gemiddeld steeds langer, maar slechts een klein deel van ons haalt echt de 100. Waarom dat zo is, blijft voor wetenschappers een raadsel. Nieuw onderzoek uit Zweden werpt echter licht op één cruciale factor: 100-plussers lijken een bijzondere gave te hebben om ziekten te vermijden of in ieder geval heel lang uit te stellen.
Onderzoekers analyseerden de gezondheid van honderdduizenden Zweden die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn geboren. Ze wilden weten of 100-plussers vooral zo oud worden doordat ze ernstige ziekten overleven of juist doordat ze die ziekten helemaal niet krijgen.
Minder ziek, later ziek
In de eerste studie werden 170.787 mensen gevolgd die tussen 1912 en 1922 in Stockholm en omgeving zijn geboren. Vanaf hun 60ste hielden de onderzoekers 40 jaar lang bij wie een beroerte, hartaanval, heupfractuur of bepaalde vormen van kanker kreeg.
De uitkomst was opvallend: 100-plussers hadden niet alleen in hun latere jaren minder vaak ernstige ziekten, maar begonnen daar ook veel later mee. Zo had op 85-jarige leeftijd slechts 4 procent van de 100-plussers ooit een beroerte gehad, tegenover 10 procent van de mensen die ‘maar’ 90 tot 99 werden. Ook het risico op een hartaanval lag bij 100-jarigen veel lager: 12,5 procent tegenover ruim 24 procent bij mensen die overleden toen ze tussen de 80 en 89 jaar waren.
Ook bij lichtere aandoeningen
De tweede studie keek breder, naar veertig verschillende medische aandoeningen – van hoge bloeddruk tot hartfalen, diabetes en depressie. Hier werden 274.108 mensen gevolgd die tussen 1920 en 1922 geboren zijn. Slechts 1,5 procent van hen werd 100 jaar of ouder.
Ook in dit onderzoek bleken 100-plussers gezonder te blijven. Ze kregen minder vaak meerdere ziekten tegelijk en als dat toch gebeurde, was het meestal beperkt tot één orgaan, waardoor de aandoeningen beter te behandelen waren.
Met name hart- en vaatziekten kwamen minder vaak voor. Op 80-jarige leeftijd had slechts 8 procent van de latere 100-plussers een hart- of vaatziekte, tegenover meer dan 15 procent bij mensen die vijf jaar later overleden. Bovendien bleven 100-plussers veerkrachtiger bij neuropsychiatrische aandoeningen zoals depressie en dementie.
Geen steile gezondheidsval
Een ander opvallend verschil: bij de meeste mensen neemt het aantal gezondheidsproblemen in de laatste levensjaren snel toe. Bij 100-plussers bleef die scherpe daling in gezondheid uit. Zelfs in hun negentiger jaren gingen ze relatief langzaam achteruit.
Wat is het geheim? De resultaten suggereren dat 100-plussers niet alleen ziekten uitstellen, maar sommige ook helemaal vermijden, ondanks hun hogere leeftijd. Dat wijst op een uniek verouderingspatroon.
Of dit vooral door genen, leefstijl, omgeving of een combinatie daarvan komt, weten de onderzoekers nog niet. Het vervolgonderzoek richt zich op het achterhalen van deze factoren. Het uiteindelijke doel: ontdekken hoe meer mensen niet alleen ouder, maar ook gezonder oud kunnen worden.