Een cappuccino, een blokje kaas of een schaaltje yoghurt: voor de meeste mensen geen probleem. Maar wat als je ineens last krijgt van buikpijn, een opgeblazen gevoel of dunnere ontlasting na het eten van zuivel? Dan denk je misschien al snel dat je lactose-intolerant bent, maar dat is lang niet altijd het geval.
Volgens Amanda Avery, voedingsdeskundige en universitair hoofddocent aan de University of Nottingham, is echte lactose-intolerantie zeldzamer dan je denkt. Wat veel mensen ervaren, is een tijdelijke gevoeligheid, een soort dipje in je vermogen om lactose goed te verteren.
Hoe werkt dat dan precies?
Lactose is de natuurlijke suiker in melk, kaas en yoghurt. Ons lichaam breekt die normaal af met behulp van het enzym lactase. Baby’s hebben daar nog volop van. Maar naarmate we ouder worden – en minder melk drinken – neemt de productie vaak af. Helemaal als je van nature uit een cultuur komt waar zuivel niet veel op het menu staat.
En ook dingen zoals stress of antibiotica kunnen tijdelijk roet in het eten gooien: je darmflora raakt verstoord, je lactaseproductie zakt en plots kun je minder goed tegen zuivel. Dit heet transiënte lactose-intolerantie. Het goede nieuws? Het gaat meestal vanzelf weer over.
Beetje uit balans
Moet je zuivel dan maar helemaal schrappen?
Niet per se, zegt Avery. “Ook als je denkt dat je licht intolerant bent, is het goed om kleine beetjes zuivel te blijven eten.” Denk aan kaas (bevat nauwelijks lactose), yoghurt (waarin bacteriën de lactose deels al afbreken), of gewoon een scheutje melk in je thee. Zo geef je je darmen de kans om het enzym weer aan te maken.
Stop je langere tijd helemaal met zuivel en begin je daarna weer, dan kun je opnieuw wat klachten krijgen. Maar dat is meestal tijdelijk: je enzymen moeten gewoon even een tandje bij zetten.
Dus zijn we allemaal een beetje lactose-intolerant?
Nee. Maar onze gevoeligheid voor melk en kaas kan wel schommelen. Wat vandaag niet lekker valt, kan over een paar weken juist geen probleem meer zijn. Het is eerder een teken dat je darmen soms gewoon een beetje uit balans zijn.