Ze komen pas laat opzetten en veroorzaken vooral ellende. Verstandskiezen zijn berucht: pijn, ontstekingen, scheve
tanden en voor je het weet lig je bij de kaakchirurg voor een vervelende behandeling. Als ze zoveel problemen geven, waarom hebben we ze dan nog steeds?
Het antwoord is simpel en licht confronterend: je lichaam leeft nog deels in de oertijd.
Kauwen als een holbewoner
Duizenden jaren geleden aten onze voorouders geen pasta, brood en smoothies, maar keihard voedsel. Rauw vlees, taaie planten, de uitvinding van de blender liet nog even op zich wachten. Daar had je serieuze kauwcapaciteit voor nodig. Grote kaken, sterke spieren en vooral: extra kiezen. De verstandskies was indertijd geen probleemgeval, maar een onmisbaar werktuig.
Fast forward naar nu. Ons eten is zacht, bewerkt en makkelijk weg te kauwen. En dus gebeurde er iets opvallends. Onze kaken werden kleiner. Niet ineens, maar generatie na generatie. Minder kauwen betekende minder noodzaak voor een grote kaak. Alleen vergat de
evolutie één detail: het aantal tanden aan te passen.
Evolutie in actie
Het resultaat zit nu achterin je mond. Verstandskiezen breken als laatste door, meestal als de kaak al vol zit. Door gebrek aan ruimte ontstaat scheefgroei, vastzitten, druk op andere tanden en pijn die uit het niets lijkt te komen. De moderne mens betaalt de prijs voor zijn zachte dieet.
Toch is het verhaal niet helemaal zwart-wit. Sommige mensen hebben genoeg ruimte en houden hun verstandskiezen probleemloos hun hele leven. En steeds vaker komen ze zelfs helemaal niet meer door. Dat is geen toeval, maar evolutie in actie. Steeds meer mensen worden geboren zonder één of meerdere verstandskiezen.
Verstandskiezen zijn dus geen ontwerpfout, maar een overblijfsel uit langvervlogen tijden. In een wereld van smoothies en stamppot rauwe andijvie zijn ze vooral een hinderlijke herinnering aan hoe ver we zijn geëvolueerd en hoe ons lichaam soms achterloopt op onze levensstijl.