Water wordt steeds schaarser. Eb dan net name water waar geen landbouwgif en PFAS is zit.
Veruit de grootste verbruiker van dat schaarse water is de landbouw. Cijfers van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO) en het CBS laten zien dat in 2023 vooral de veehouderij en akkerbouw een grootverbruiker waren. Het totale watergebruik in de sector lag 27% hoger dan in 2017, ondanks een natte herfst. Tijdens het groeiseizoen – de lente en zomer – viel de regen namelijk juist tegen en werd er fors meer beregend.
De
landbouw gebruikt water op twee manieren: als leidingwater (voor schoonmaken en dierendrinkwater) en als grond- of oppervlaktewater (voor irrigatie). De veehouderij neemt het meeste leidingwater voor haar rekening – in 2023 was dat bijna een derde van alle water dat naar agrarische bedrijven stroomde. Beregening is essentieel om gewassen als aardappelen, suikerbieten en gras op peil te houden tijdens droge perioden, maar slurpt enorme hoeveelheden water op. Uit de meest recente tellingen blijkt dat in droge jaren wel 250.000 hectare land minstens één keer wordt beregend, een verdubbeling ten opzichte van natte jaren.
Deze trend leidt tot discussie: mag een sector, waarvan de producten wereldwijd worden geëxporteerd, zúlke grote aanspraak maken op nationale watervoorraden? De duurzame landbouw verschuift langzaam richting precisielandbouw, hergebruik van water en inzet op minder dorstige gewassen, maar structurele veranderingen gaan langzaam.
Internationaal is die discussie minstens zo fel. De FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN) en het WRI (World Resources Institute) waarschuwen: wereldwijd neemt landbouw tot 70% van het beschikbare zoete water voor haar rekening. In droge jaren lopen regio’s in Zuid-Europa al tegen grenzen aan, met conflicten over wie het beetje water dat resteert mag gebruiken.
Met klimaatverandering en bevolkingsgroei zet deze druk alleen maar verder door. De landbouw staat voor de uitdaging om zuiniger, slimmer en toekomstbestendig te worden – want water dat vandaag naar landbouw gaat, kan morgen onmisbaar zijn voor mens, natuur én industrie.