Als regen en zon elkaar met deze warmte afwisselen, dan schiet het gras als een raket omhoog. Hoog tijd dus om de grasmaaier er weer bij te pakken, want dat gazon moet er strak bij liggen. Maar pas op: een paar simpele fouten kunnen je zorgvuldig onderhouden grasveld flink beschadigen. Hoe moeilijk kan het zijn, denk je misschien? Toch maken veel mensen dezelfde blunders. Hier zijn de zes meest gemaakte maaifouten en wat je beter wél kunt doen.
1. Het gras te kort maaien
Het is verleidelijk: een flinke maaibeurt zodat je de komende weken rust hebt. Zeker als je net terugkomt van vakantie of weet dat je het druk gaat krijgen. Maar je gras kortwieken tot op het bot is geen goed idee. Zoals 'Gardeners’ World magazine' uitlegt: “Je beschadigt het gazon als je meer dan een derde van het gras afknipt.” Het gevolg is dat het gras al zijn energie steekt in het aanmaken van nieuw blad, in plaats van in het versterken van de wortels. En dat betekent: zwakker gras en meer kans op onkruid.
2. Nat gras maaien
Een andere klassieker onder de maaiblunders: meteen de maaier erop na een regenbui of ’s ochtends in de dauw. Nat gras is lastig te maaien. De sprieten staan niet rechtop door het vocht, waardoor je geen gelijkmatige snede krijgt. Daarbij plakt nat gras aan alles – je maaier, je schoenen, je handen. Het is een klus waar je achteraf spijt van krijgt. Gewoon even wachten tot alles droog is dus.
3. Te vaak of juist te weinig maaien
Zoek de balans. Maai je te vaak, want dan krijgt het gras geen tijd om te herstellen. Te weinig en het groeit te lang. Sprieten die langer dan 8 cm worden, breken sneller af. Bovendien: hoe langer het gras, hoe minder zonlicht de onderkant krijgt. En dat leidt tot – je raadt het al – meer onkruid en mos. Hou het bij één à twee keer per week in het groeiseizoen, afhankelijk van het weer.
4. Maaien na zaaien of bemesten
Je hebt net nieuw gras gezaaid of je gazon bemest en dan meteen weer maaien? Niet doen. Graszaad moet kunnen kiemen en groeien zonder meteen afgesneden te worden. Wacht minstens een maand met maaien na het zaaien. En na het bemesten met korrels is het advies: geef water, en wacht ten minste een week. “Zodat het gras genoeg de tijd krijgt de korrels op te nemen en uit te groeien tot sterk en gezond gazon.”
5. Gemaaid gras laten liggen
Een klassieker: hopen grasresten die blijven liggen. Of je nu een handmaaier gebruikt of een overvolle opvangbak hebt; als het gras niet netjes verdeeld of opgeruimd wordt, verstikt het je gazon. Tenzij je een mulchmaaier hebt, dan is het juist wél goed. Die snijdt het gras fijn en verspreidt het gelijkmatig, waardoor het als natuurlijke meststof werkt. Maar bij een gewone maaier geldt: harken en afvoeren naar de GFT-bak of composthoop.
6. Maaien met botte messen
Hoe scherp zijn de messen van jouw grasmaaier eigenlijk? Veel mensen staan daar nooit bij stil, maar het maakt een wereld van verschil. Met botte messen wordt het gras niet netjes afgesneden, maar als het ware afgescheurd. Hierdoor droogt het uit en kan het een bruine waas krijgen. Het ziet er niet alleen slordig uit, maar het maakt je gazon ook vatbaarder voor ziektes. Een simpele controle en het slijpen of vervangen van je messen kan je grasmat al een stuk gezonder maken.
Fluwelen grasmat
Kortom: met een paar kleine aanpassingen in je maairoutine kun je grote schade aan je gazon voorkomen. Zorg voor het juiste moment, de juiste lengte, goed gereedschap en een beetje geduld; en voor je het weet heb jij het groenste gras van de straat.