Trump bouwt een politiestaat

Opinie
woensdag, 13 augustus 2025 om 5:41
bijgewerkt om woensdag, 13 augustus 2025 om 10:05
web17-trumpspeechms13-1160x768
Als je almacht wil hebben, moet je troepen hebben. Trump wil almacht en werkt aan zijn troepen. Je denkt misschien: zo'n vaart zal het niet lopen. Dat dachten veel mensen in 1933 ook: Hitler had geen leger.
Maar een half jaar later stond het leger aan zijn zijde. Voor ze in 1945 werden opgehangen hadden generaals en veldmaarschalken spijt. Maar toen was het voor hen en de wereld te laat
Vrijdag gaat het leger namens Trump in Washington 'de orde herstellen'. Het leger zal in meer steden worden ingezet. En dat heeft de president 'boots on the ground' om te zorgen dat iedereen doet wat hij wil.
Sinds zijn terugkeer naar het centrum van de Amerikaanse politiek wordt Donald Trump gedreven door een expliciete belofte en behoefte: orde herstellen via macht, of macht om de orde te herstellen, ook als het met de orde best aardig gaat (ook in Amerika daalt de criminaliteit, zoals uit cijfers van de FBI blijkt., al is het niet zo snel als in Nederland. Rechtse politici moeten het hebben van angst, in de VS en in Nederland. En eisen dus zwaardere straffen en meer repressie, ook als het criminaliteitsprobleem krimpt en niet stijgt.)
Waar eerdere presidenten schipperden tussen veiligheid en vrijheid, zet Trump niet op balans in. Hij bouwt doelbewust aan een staat waarin wetshandhaving en veiligheidstroepen de uitvoerende wil van de president dienen—soms dwars door gevestigde democratische waarborgen heen. Het gaat niet om losse incidenten, maar om een coherente, herhaalde strategie die instituties buigt, oppositie intimideert en de scheidslijnen tussen politiek en politie vervaagt. Dat is, in essentie, de contour van een politiestaat.
Rechtse politici moeten het hebben van angst, in de VS en in Nederland.
De kern van deze ontwikkeling is de politisering van de veiligheid. Trump heeft consequent geprobeerd federale veiligheidsdiensten—van het ministerie van Justitie tot Homeland Security—te herdefiniëren als werktuigen van persoonlijke en politieke loyaliteit. Critici en tegenstanders worden niet gezien als legitieme deelnemers aan de democratie, maar als vijanden die met strafrecht, immigratiehandhaving of administratieve dwang kunnen worden bestreden. In retoriek en beleid vloeit “law and order” samen met “mijn wet, mijn orde”.
Een tweede pijler is de presidentiële centralisatie van geweldsmonopolie. In werkende staten is er één instantie die geweld mag gebruiken: de overheid. Politie voor binnenlands gebruik, het leger voor externe dreigingen. Maar alweer: rechtste mensen willen graag het leger inzetten in eigen land. Trump en Wilders willen dat allebei.
In een gezond systeem is inzet van (Amerikaanse) troepen op eigen bodem uitzonderlijk, strikt begrensd en onderworpen aan transparante procedures. De normalisering van parafederale inzet—denk aan het breed inzetten van federale agenten bij lokaal protest, of het dreigen met het mobiliseren van de Nationale Garde tegen binnenlandse tegenstanders—verschuift de norm. Het signaal is helder: wanneer lokale overheden niet plooien, grijpt Washington rechtstreeks in. Daarmee wordt het federalisme, ooit een rem op machtsconcentratie, tot decor gereduceerd.
Rechtste mensen willen graag het leger inzetten in eigen land. Trump en Wilders willen dat allebei.
Bij deze verschuiving hoort een derde element: de ontmanteling van professionele neutraliteit. Onafhankelijke expertise—rechters, topambtenaren, militairen, inlichtingenprofessionals—functioneert in liberale democratieën als buffer tegen impulsief of partijdig machtsgebruik. Trumps bestuursstijl draait om loyaliteitstests, zuiveringen en de benoeming van politieke bondgenoten in sleutelposities.
Als het statistiekbureau nare feiten heeft, moeten er nieuwe feiten komen, die beter bevallen. Dat creëert een cultuur van zelfcensuur en gehoorzaamheid binnen de staat. Wie tegenspreekt, ligt eruit; wie uitvoert, stijgt op. Zo verandert een rechtsstaat—waar ambtenaren de wet dienen—in een uitvoeringsstaat—waar ambtenaren de leider dienen.
Ook de sociale infrastructuur van een politiestaat wordt opgebouwd: het gebruik van angst en voorbeeldstelling. Strafrechtelijke vervolgingen en spectaculaire invallen krijgen een mediatische dimensie; nieuwe wetgeving en decreten worden ingezet om demonstraties te beperken, klokkenluiders te ontmoedigen en kritische media te delegitimeren. Retoriek over “binnenlandse vijanden”, “verraders” en “corrupte elites” legitimeert buitengewone maatregelen. In zo’n klimaat is niet langer de vraag of iemand een misdaad pleegde, maar of iemand tot de juiste stam behoort. Recht wordt instrumenteel.
Trump bouwt een politiestaat door retoriek, personeelsbeleid, juridische innovaties en symbolische machtsvertoon te vlechten tot één project: loyaliteit boven legaliteit, schrijft The Atlantic.
De Duitse generaals deden destijds mee met de macht. Dat deden ook de meeste Nederlandse ambtenaren en agenten.
De weerbaarheid van een democratie wordt dan niet alleen getest in rechtbanken of parlementen, maar in de dagelijkse keuzes van bestuurders, agenten, ambtenaren en burgers.
De Duitse generaals deden destijds mee met de macht. Dat deden ook de meeste Nederlandse ambtenaren en agenten. Dan is het pleit beslecht en verdwijnt de rechtstaat.
Het antwoord op de opkomst van een politiestaat is niet alleen juridisch, maar ook moreel: het herbevestigen van de simpele, maar veeleisende stelregel dat macht, juist wanneer ze zichzelf rechtvaardigt met “orde”, strakker aan het recht moet worden gebonden. Alleen dan blijft de politie van de staat, en niet de staat van de politie.