Opvoeden kan soms een uitdaging zijn, vooral wanneer kinderen voor de zoveelste keer niet lijken te luisteren.
Reem Raouda, auteur van het boek "Foundation" en bekend van haar werk bij CNBC, onderzocht tweehonderd ouder-kindrelaties om te ontdekken welke communicatiepatronen het verschil maken tussen
ouders die zelden strijd hebben met hun kinderen en ouders die regelmatig vastlopen in conflicten
Haar belangrijkste bevinding is dat bepaalde zinnen de vecht-of-vluchtreactie van kinderen kunnen triggeren, waardoor ze juist minder geneigd zijn om samen te werken. Wanneer ouders praten op een manier die de autonomie van hun kind respecteert, krijgen ze veel meer medewerking.
De vijf problematische zinnen
1. "Omdat ik het zeg"
Deze zin gaat volledig voorbij aan de autonomie van je kind en sluit de deur naar samenwerking definitief. Kinderen voelen zich niet serieus genomen en zijn daarom niet geneigd om te luisteren.
Zeg liever: "Ik weet dat je het er niet mee eens bent. Ik leg het je even uit en dan gaan we weer verder."
2. "Als je nu niet luistert, mag je straks geen schermtijd meer"
Dreigen werkt misschien op korte termijn, maar op de lange termijn krijg je er alleen maar meer strijd van. Deze aanpak triggert weerstand in plaats van samenwerking.
Zeg liever: "Wanneer je je schoenen aan hebt, kunnen we naar het park." Zo bepaal jij de grens, maar krijgt je kind wel een gevoel van autonomie.
3. "Stop met huilen, het valt wel mee"
Deze zin gaat totaal voorbij aan de gevoelens en emoties van kinderen. Huilen is geen dramagedrag, maar een belangrijke vorm van communicatie voor kinderen. Voor kleine kinderen is huilen communicatiemiddel nummer één - ze laten er door weten dat ze aandacht nodig hebben.
Zeg liever: "Ik zie dat je verdrietig bent, kun je me vertellen wat er aan de hand is?" Erken de emoties en zoek verbinding, want kinderen kalmeren juist door zich begrepen te voelen.
4. "Hoe vaak moet ik het nog zeggen?"
Deze zin komt er waarschijnlijk uit wanneer je gefrustreerd bent - wat heel begrijpelijk is - maar je kind heeft er weinig aan. Het biedt geen oplossing en kan het probleem eerder verergeren.
Zeg liever: "Ik heb hier al een paar keer naar gevraagd. Wat maakt het zo lastig voor je?" Misschien zit er echt iets achter waardoor je kind niet doet wat je vraagt.
5. "Jij weet wel beter"
Deze zin kan goed bedoeld zijn, maar kan pijn doen bij je kind. Het kind krijgt het gevoel iets verkeerd te hebben gedaan, wat niet bijdraagt aan samenwerking.
Zeg liever: "Er zit iets in de weg om je beste zelf te zijn, zullen we even praten?" Deze zin gaat uit van vertrouwen en nodigt uit tot samenwerking.
De wetenschap achter deze aanpak
Onderzoek toont aan dat kinderen die zich gehoord en gerespecteerd voelen, veel sneller geneigd zijn om mee te werken - niet omdat ze moeten, maar omdat ze willen. Dit sluit aan bij de zelfdeterminatietheorie, die stelt dat mensen een aangeboren behoefte hebben aan autonomie,
competentie en verbondenheid.De vecht-of-vluchtreactie die ontstaat bij bedreigende communicatie is gebaseerd op het primitieve overlevingsinstinct van kinderen. Wanneer ouders vallen in opvoedingsstress, triggeren ze onbewust deze reactie bij hun kinderen, wat leidt tot meer weerstand in plaats van samenwerking.
Verbinding over controle
Het gaat er volgens Raouda niet om wie de baas is, maar om het creëren van een sfeer waarin luisteren vanzelfsprekender wordt. De focus verschuift van controle naar verbinding - een fundamenteel principe in effectieve opvoeding.
Kinderen die autonomie-ondersteunende opvoeding ervaren, ontwikkelen meer zelfvertrouwen, betrokkenheid en intrinsieke motivatie. Ze leren om zelf keuzes te maken en zich verder te ontwikkelen als individu, wat bijdraagt aan hun algehele welzijn.
Praktische tips voor meer samenwerking
- Respecteer de autonomie van je kind door korte uitleg te geven in plaats van te dreigen
- Erken emoties voordat je probeert gedrag te veranderen
- Stel open vragen om te begrijpen wat er achter het gedrag zit
- Bied keuzes binnen grenzen om kinderen controle te geven
- Blijf rustig en vermijd de vecht-of-vluchtreactie bij jezel]