Per week komen er twee relatie- en gezinstherapeuten bij, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Waren er in 2015 rond deze tijd 878, nu zijn dat er 2070. Vooral in Noord-Holland (418) en Zuid-Holland (348) zijn veel therapeuten, schrijft het AD.
Het hardst groeide het aantal in Zeeland, van 3 naar 33. Per provincie zitten de meeste therapeuten per inwoner in Utrecht (1 therapeut op 5577 inwoners), de minste in Friesland (1 op 13.238 inwoners).
De reden voor de groei is simpel: de vraag naar relatiehulp is de afgelopen jaren gestegen. Relatietherapeuten zien vooral meer jongeren, veelal hoogopgeleid, die hun eigen welzijn en de gezondheid van hun relatie heel serieus nemen.
Jongeren schakelen een relatietherapeut vaak eerder in dan ouderen, maar veel stellen komen nog steeds pas als er al grote problemen zijn ontstaan. En dan is het vaak te laat.
Wat het beste punt is om te starten en er samen uit te komen? Het liefst als je al even een relatie hebt, maar er nog weinig vuiltjes aan de lucht zijn, zegt Tila Pronk, universitair hoofddocent aan Tilburg University en relatieonderzoeker. "Het is onvermijdelijk dat je elkaar soms niet begrijpt, of dat je elkaar pijn doet: een relatie is een dynamiek en je bent andere mensen, wil andere dingen. Hoe eerder je leert daarover constructief te communiceren, hoe meer je het kunt trainen en hoe groter de kans van slagen is."
Dat doen de meeste mensen aan het einde van de zomer: jaarlijks het moment dat de meeste echtscheidingen worden aangevraagd en dat relatietherapeuten de aanvragen voor hun diensten zien stijgen