Kramp door het sporten heeft mogelijk een heel andere oorzaak dan je denkt

Wetenschap
zondag, 14 september 2025 om 11:55
ANP-514269573
Iedere sporter kent het gevoel: je bent lekker op dreef en dan schiet je kuit of hamstring in de kramp. Einde verhaal. Jarenlang wezen coaches en artsen naar een bekende boosdoener: te weinig vocht of een tekort aan elektrolyten. Toch klopt dat beeld niet altijd. Er zijn genoeg atleten die keurig drinken en toch last krijgen, terwijl anderen in de tropische hitte moeiteloos doorgaan. Steeds meer onderzoek wijst daarom naar een andere factor die vaak wordt vergeten: de ondergrond waarop je traint en speelt.
Om te begrijpen waarom de vloer of het veld ertoe doet, moeten we kort het mechaniek van kramp induiken. Als spieren vermoeid raken, raakt de balans in het zenuwstelsel verstoord. Reksensoren in de spier – de spindels – sturen steeds luider het signaal om aan te spannen, terwijl de remmende feedback via de Golgi-peesorganen afneemt. De motorneuronen die je spiervezels aansturen krijgen zo gemengde signalen en schieten in overdrive. Het gevolg is een onwillekeurige, aanhoudende samentrekking: kramp.
De ondergrond kan die vermoeidheid versnellen. Elk veld heeft zijn eigen stijfheid en veerkracht en dat verandert subtiel hoe je spieren en gewrichten belast worden. Als je neuromusculaire systeem niet gewend is aan die specifieke eigenschappen, treedt vermoeidheid eerder op en daarmee ook het risico op kramp. In loop- en veldstudies zijn duidelijke verschillen gemeten: op velden met uiteenlopende stijfheid en elasticiteit liep de spieractiviteit bij hardlopers ruim tien procent uiteen en in identieke oefeningen op verschillende soorten kunstgras vertoonden de hamstrings soms wel vijftig procent verschil in activiteit. Biomechanisch onderzoek laat al langer zien dat een andere ondergrond de spierstijfheid, de belasting van gewrichten en je bewegingsuitslag verandert. Spieren die meerdere gewrichten kruisen, zoals de hamstrings, lijken extra kwetsbaar, zeker bij sprinten en plotselinge richtingsverandering.
Andere ondergrond
Als de ondergrond vermoeidheid beïnvloedt, kun je daar ook op sturen. Het gaat dan minder om goede of slechte velde, en meer om hoe anders een wedstrijdvloer is dan wat je lichaam gewend is. Een team dat week in, week uit traint op een zachte mat en vervolgens een uitwedstrijd speelt op stijver kunstgras, vraagt ineens iets heel anders van spieren en pezen. Zonder voorbereiding vergroot dat de kans op vroegtijdige vermoeidheid en kramp. Door trainingsprikkels af te stemmen op de komende wedstrijdcondities – denk aan sessies op vergelijkbare vloeren of aan oefenvormen die de extra veer of hardheid van het veld nabootsen – raakt het neuromusculaire systeem geleidelijk gewend aan die belasting. Sommige bonden en teams werken al aan databases met meetgegevens van banen en velden, zodat trainingen preciezer kunnen aansluiten op wat er straks in competitie wordt gevraagd.
Dat betekent niet dat de klassieke adviezen over hydratatie en voeding overboord kunnen. Voldoende drinken, eten en je mineralen op peil houden blijft een basisvoorwaarde. Alleen is het zelden het hele verhaal. Schoeisel en tractie, je algemene conditie en vooral gewenning aan de ondergrond bepalen mee of je spieren ontspannen blijven of ineens op slot schieten.
loading

Loading