Eeuwenlang breken slimme mensen zich het hoofd over dezelfde vraag: als ons melkwegstelsel vol zit met honderden miljarden planeten, waar blijven dan de aliens? Waarom is het zo oorverdovend stil in de kosmos?
Een nieuwe theorie geeft daar een verrassend nuchter antwoord op, schrijft Britse krant The Guardian: misschien zijn buitenaardse beschavingen er wel, maar zijn ze gewoon niet zó interessant. Volgens de zogenoemde theorie van 'radicale alledaagsheid' hebben buitenaardse wezens technologie die slechts net iets beter is dan de onze. Denk: iPhone 42 in plaats van iPhone 17. Ze kunnen iets meer, maar ook weer niet zo veel dat ze door de ruimte razen met warpdrives of energie uit zwarte gaten trekken.
Het idee komt van dr. Robin Corbet, een onderzoeker bij NASA’s Goddard Space Flight Center. Hij bedacht het toen hij nadacht over de beroemde Fermi-paradox: als er zo veel sterren en planeten zijn, waarom hebben we dan nog nooit overtuigend bewijs gezien van andere intelligente levensvormen? Veel verklaringen klinken spectaculair – van “ze zijn te vergevorderd om ons op te merken” tot “we leven in een soort kosmische dierentuin”. Maar Corbet denkt dat de waarheid juist wat minder spannend is.
Volgens hem hebben buitenaardse beschavingen een soort technologisch plafond bereikt. Ze kunnen niet reizen met lichtsnelheid, geen energie uit donkere materie halen en beschikken niet over interstellaire megastructuren. Misschien hebben ze ooit geprobeerd hun sterrenstelsel te verkennen, wat drones gelanceerd en toen simpelweg… hun interesse verloren. Een beetje zoals wij met een hobbyproject dat nooit afkwam.
Onzichtbaar geworden
Niet iedereen is overtuigd. Professor Michael Garrett van het Jodrell Bank Centre for Astrophysics vindt het idee origineel, maar “te menselijk” gedacht. “Ik geloof niet dat alle intelligente wezens in het universum zo snel verveeld zouden raken”, zegt hij. Zelf denkt hij dat sommige beschavingen zo vergevorderd zijn dat ze voor ons letterlijk onzichtbaar zijn geworden, voorbij ons vermogen om ze waar te nemen.
Wat de waarheid ook is, het blijft even intrigerend als frustrerend. Misschien zitten we midden in een melkweg vol levensvormen, zonder het door te hebben. Of misschien is de waarheid inderdaad wat prozaïscher: dat we, in een oneindig heelal, omringd zijn door buren die allang zijn opgehouden om verder te kijken dan hun eigen achtertuin.