Lig je ’s nachts wel eens wakker met de vraag: hoe groot is de kans dat ik tijdens mijn leven sterf door een asteroïde? Dan heeft een groep wetenschappers onder leiding van natuurkundige Carrie Nugent van het Olin College of Engineering nu een antwoord voor je.
In een nieuw onderzoek berekenden zij niet alleen de kans op een inslag binnen een gemiddeld mensenleven (71 jaar), maar vergeleken ze die ook met andere zeldzame, maar deels te voorkomen doodsoorzaken.
De conclusie? Je loopt meer kans om te sterven door een asteroïde dan door hondsdolheid. Maar je loopt veel meer kans om te overlijden in het verkeer.
Het goede nieuws: de kans op al deze dingen is vrij klein. Je kunt dus rustig slapen – al is een gordel dragen in de auto misschien geen slecht idee.
Waarom deze vergelijking? Omdat het inschattingsvermogen van mensen bij dit soort risico’s vaak tekortschiet. En omdat een asteroïde-inslag, net als verkeersongelukken of koolmonoxidevergiftiging, in principe voorkómen kan worden.
NASA liet in 2022 al zien dat het mogelijk is om een asteroïde uit koers te duwen. Die missie was duur, maar effectief: de baan van de asteroïde veranderde meer dan verwacht. Door risico’s in context te plaatsen, kunnen wetenschappers bepalen waar preventiemaatregelen hun geld waard zijn.
De onderzoekers vergeleken het sterfterisico van een asteroïde-inslag met dat van negen andere zeldzame maar reële doodsoorzaken: van blikseminslag en griep tot een olifantenaanval en instortende zandgaten.
Griep is bijvoorbeeld net zo dodelijk als een asteroïde-inslag, maar komt veel vaker voor, dus is het in totaal veel gevaarlijker. En een zandgat dat instort is zeldzaam, maar bijna altijd fataal en kost jaarlijks wereldwijd drie kinderen het leven. En de kans dat je doodgaat aan rabiës is kleiner dan dat een asteroïde je raakt.