We mopperen wat af. En dat is niet erg: je kunt alles hebben en toch ongelukkig zijn. Maar aan geld ligt het niet. We denken dat de weelde ook aardig gelijk is verdeeld. De inkomens zijn inderdaad meer gelijk dan in bijna alle andere landen.
Maar met de
vermogens ligt dat heel anders. Weinigen hebben heel veel, velen hebben heel weinig.
Weinigen hebben heel veel, velen hebben heel weinig.
De cijfers laten een fascinerend en soms confronterend beeld zien.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was het totale
vermogen van Nederlandse huishoudens begin 2023 ruim
2,6 biljoen euro. Opvallend: maar liefst 56% daarvan is in handen van de 10% meest vermogende Nederlanders. Voor deze groep was het minimale vermogen 680.000 euro.
De rest van het land deelt samen de overige 44% van het totale vermogen. Voor het merendeel van deze groep vormt de eigen woning het grootste deel van het bezit.
De mediaan – het vermogen waarbij precies de helft van de bevolking meer en de andere helft minder bezit – ligt rond de 135.000 euro. Het gemiddelde vermogen ligt een stuk hoger, op zo’n 310.000 euro, maar dat wordt flink opgetrokken door grote uitschieters aan de top.
Kort en bondig:
- Slechts 10% van de huishoudens bezit ruim de helft van al het vermogen.
- De mediaan is 135.000 euro, het gemiddelde 310.000 euro. De top 10% heeft gemiddeld zelfs 1,1 miljoen euro vermogen.
- Voor miljoenen Nederlanders is de eigen woning het belangrijkste bezit.
Waarom zijn deze verschillen zo groot?
Naast spaargeld en woningen beschikken de rijkste Nederlanders vaak ook over aandelen, bedrijfsbelangen of meerdere huizen. Ondertussen heeft de onderste 10% meestal meer schulden dan bezittingen en dus een negatief vermogen.
Meer weten over de invloed van
rijkdom op het dagelijks leven? Lees dan ook eens ons artikel over de betekenis van vermogensongelijkheid voor jongere generaties.
Wie zich dus afvraagt of hij of zij ‘rijk’ is, zal vooral moeten kijken naar de verdeling: in Nederland zijn we gemiddeld
rijk, maar de verschillen zijn opvallend groot.