Waar in Europa levert je pensioen de meeste koopkracht op?

Economie
maandag, 22 december 2025 om 15:00
1920x1080_cmsv2_12af317f-8730-598d-92a9-a8e89ee68cab-9574771
Hoe royaal je pensioen is, hangt in Europa sterk af van waar je woont – en dat geldt ook als je corrigeert voor koopkracht. Tussen arme en rijke landen gaapt een kloof die letterlijk een factor tien kan bedragen.
Uit een recent overzicht van 34 Europese landen blijkt dat de gemiddelde jaarlijkse pensioenuitkering varieert van 3.377 euro in Turkije tot 38.031 euro in IJsland. Onder de EU‑lidstaten spant Luxemburg de kroon met gemiddeld 34.413 euro per jaar per gepensioneerde, terwijl Bulgarije onderaan bungelt met 4.479 euro. In koopkrachttermen (purchasing power standards, PPS) blijven Luxemburg en de Noord‑Europese landen – met name de Nordics – de plekken waar je als pensionado relatief het beste af bent.
Belangrijk is niet alleen het absolute bedrag, maar ook hoeveel van je oude loon je terugziet. Volgens een analyse op basis van Eurostat‑cijfers ontvangen Europeanen gemiddeld zo’n 58 procent van hun late‑carrière‑inkomen als pensioen. Griekenland, Spanje en Italië zitten met vervangingsratio’s rond of boven de 75 procent in de kopgroep, terwijl landen als Kroatië, Litouwen en Ierland onder de 40 procent blijven.​ Nederland zit - als je een goed pensioen hebt, in de buurt van de 60%. (Pensions vs earnings across Europe: The highest and lowest comparisons)
Gemiddeld krijgen Nederlanders als pensioen ongeveer 60 procent van hun laatste inkomen uit AOW plus aanvullend pensioen. De Nederlandsche Bank schrijft dat “huishoudens in Nederland ongeveer 60 procent van hun eerdere inkomen kunnen vervangen met AOW en aanvullend pensioen”, en dat dit oploopt tot circa 78 procent als ook vermogen, zoals spaargeld en overwaarde in de woning, wordt meegeteld.
Toch garanderen hoge nominale pensioenen niet automatisch een zorgeloze oude dag. Bijna één op de zes Europese gepensioneerden loopt risico op armoede, en in sommige Oost‑Europese en Balkanlanden ligt dat aandeel aanzienlijk hoger.
De landen die er in koopkracht het beste uitspringen, combineren doorgaans drie dingen: relatief hoge uitkeringen, een gunstige prijsstructuur én een lage armoederisico‑score voor ouderen, zoals Luxemburg, de Noordse landen en in iets mindere mate Nederland.i
loading

Loading