De
perfecte first date duurt geen halve dag, maar ook geen vluchtig kopje koffie. Relatiepsychologen spreken steeds vaker over een soort sweet spot van grofweg één tot twee uur: lang genoeg om te voelen of er chemie is, kort genoeg om elkaar niet meteen murw te praten. Zo’n “less is more”-date sluit bovendien goed aan bij onderzoek waaruit blijkt dat eerste indrukken razendsnel worden gevormd, vaak in de eerste minuten. Daarna herhaal je vooral jezelf – of je verhalen worden net iets té persoonlijk.
Psychology Today vat het kernachtig samen: een paar uur is het maximum, maar “one or two hours gives you enough time to capture your partner’s interest” en de rest bewaar je beter voor een volgende keer. Dat is ook praktisch: een wandeling en een drankje, of een lunchdate in plaats van een uitgepakt vijfgangendiner met toekomstdromen en jeugdtrauma’s.
Want een eerste ontmoeting draait niet om uitspatten, maar om nieuwsgierigheid. Je wilt weggaan op het moment dat je denkt: hier zit misschien meer in.
Wie het dan nog uren blijft rekken, loopt het risico dat de vonk juist dooft – en dat een tweede
date niet meer nodig lijkt.