Je hebt het vast weleens gehoord: het kost meer spieren om te fronsen dan om te glimlachen. Een leuk weetje dat je moet aanmoedigen om wat vaker je mondhoeken op te trekken. Maar... klopt dat eigenlijk wel?
Anatomisch gezien is het wat ingewikkelder. Niet alleen gebruiken we meer dan één spier om te glimlachen (of fronsen), maar ook hoe we glimlachen maakt uit. Want niet elke glimlach is gelijk. En dat voelen we haarfijn aan.
We herkennen het allemaal: die geforceerde glimlach op een familiefoto of dat beleefde lachje van je collega als je vraagt hoe zijn weekend was. Je brein zegt: er klopt iets niet – nog voordat je weet waarom. Het geheim zit in de ogen.
De Duchenne-glimlach: als het écht is
De ‘echte’ glimlach – de Duchenne-glimlach, genoemd naar de Franse neuroloog Guillaume Duchenne – is er eentje die je niet zomaar kunt faken. Hij activeert twee spiergroepen: de spieren rond de mond én de spieren rond de ogen. Denk aan kraaienpootjes en licht samengeknepen ooghoeken. Dat is het teken dat iemand oprecht blij is.
Een neppe of beleefde glimlach, ook wel de non-Duchenne-glimlach, gebruikt meestal alleen de mond. De ogen blijven strak of onbewogen, en dat voelt hol of ongemakkelijk.
Waarom we het verschil zo goed aanvoelen
Het is niet voor niets dat zelfs baby’s van tien maanden al onderscheid maken tussen echt en nep. Onze hersenen zijn gebouwd om micro-uitdrukkingen te lezen. Dat helpt ons om vertrouwen in te schatten, vrienden van vijanden te onderscheiden en – evolutionair gezien – te overleven.
Het is dan ook niet zo gek dat we moeite hebben met nepgezichten, zoals bij AI-assistenten of slecht geanimeerde avatars. Een digitale glimlach zonder die subtiele oogspieren voelt nog altijd vreemd.
Glimlachen onder druk
Toch hebben nepglimlachen ook een functie. Ze helpen ons door ongemakkelijke gesprekken, voorkomen ruzies en houden de sfeer werkbaar. Denk aan het kassameisje dat elke klant vriendelijk moet begroeten – ook na acht uur staan. Deze sociale glimlach hoort bij wat sociologen ‘emotionele arbeid’ noemen.
Maar het is ook vermoeiend. Studies laten zien dat langdurig moeten glimlachen zonder het zo te voelen, kan leiden tot stress, burn-out en zelfs lichamelijke klachten.
Dus de volgende keer dat je iemand ziet glimlachen, let dan niet alleen op de mond. Kijk naar de ogen. Want die verraden de waarheid.