Jijzelf wil misschien wel
afvallen. Maar je hersenen en je systeem zijn daar niet zo blij mee.
Afvallen is vaker een frustrerend gevecht tegen je eigen lichaam dan een kwestie van discipline. Steeds meer
onderzoek laat zien hoe onze hersenen en biologie een hoger lichaamsgewicht ‘verdedigen’ en ons actief terugduwen naar het oude gewicht zodra we proberen af te vallen.
Eén van de belangrijkste ontdekkingen: wanneer je eenmaal zwaarder bent geweest, “herinnert” je brein dat hogere gewicht als het nieuwe normaal. Zodra je gewicht verliest, reageert je lichaam alsof je in gevaar bent: je krijgt meer honger, je verbranding daalt, en je hersenen sturen je richting oude, hogere lichaamsgewicht. Volgens een review uit
Obesity Action: “Activiteit in bepaalde hersengebieden kan het lichaamsgewicht-setpoint veranderen, maar de hersenen verdedigen dit punt krachtig.”
Een ander fascinerend feit: bij mensen met
obesitas produceert het brein minder dopamine na een maaltijd. Dat betekent minder ’beloning’, waardoor het lastiger wordt om te stoppen met eten. En—cruciaal voor het jojo-effect—deze lage dopamineproductie verandert niet na succesvol afvallen. De hersenen blijven dus ‘eigenwijs’ en saboteren gezonde eetgewoontes, blijkt uit Nederlands onderzoek.
Naast deze biologische barrières spelen maatschappelijke factoren een grote rol. Denk aan de overvloed aan calorierijk voedsel, slimme marketing, en een omgeving waarin minder bewegen normaal is. Wie blijvend gewicht wil verliezen, moet dus tegen een complex systeem vechten dat zowel door onze hersenen als maatschappij wordt bepaald. Meer hierover en preventiegerichte maatregelen vind je bij de
British Journal of Nutrition. Wie afvalt, doet dat niet alleen met wilskracht, maar vecht ook tegen slimme hersenen en een ‘dikmakende’ omgeving.